Opt versueck dat gedaen heeft inde banck voe(r)/ meye(r) ende scepen(en) jan van udekem natuerlijck/ als p(ro)cur(eur) vand(en) heyligen geest van sinte qui(n)tens/ tegen janne van ijssche om tantwerden(e) op/ alsulcken heysch als hij gedaen hadde es gewesen/ bijden scepen(en) van loeven(e) t(er) maniss(en) smeyers dat de/ selve jan van ijssche ten naisten dage van rechte/ tselve zijn v(er)antw(er)den schuldich sal zijn te doene in/ scampno oct(obris) xxiiii