Item in tegenwoerdicheijt des meijers ende scepen(en) / van loeven(e) etc(etera) nabescreve(n) gestae(n) adriae(n) van(der) heijde(n) / sone wijle(n) adriaens woone(nde) te loeve(ne) tot des
//
naebescreve(n) staet te doene special(ijck) en(de) onwederoepel(ijck) / geconstitueert sijn(de) bij pauwelse(n) van olme(n) als mo(m)boer / van claese(n) griete(n) henricxks daer moede(r) aff was d / geertruijdt schoerbroot insgel(ijcx) daer toe bij doverwees / meestere(n) der stadt van diest special(ijck) en(de) onwederoepel(ijck) / geauctoriseert en(de) geco(m)mitteert zijn(de) blijcken(de) de voers(creven) / auctorisatie en(de) co(m)missie(n) te weten(e) d(aer)mede de(n) voers(creven) / pauwelse(n) van olme(n) bijde(n) voers(creven) weesmeestere(n) ge(con)se(n)tee(r)t / wordt de naebes(creven) goede(n) te v(er)coope(n) bij acte auctentijcke / der voers(creven) overmo(m)boere(n) in date de(n)s x[e(n)] daechs sept(embris) / des jaers xv[c] lxxxiii ond(er)teecke(n)t iberwuest? en(de) de / co(m)missie des voers(creven) adriaens brieve(n) van procuratien / ond(er) den segel der voers(creven) stadt van diest in date / des elfste(n) daechs septe(m)bris a(n)no xv[c] lxxiii voers(creven) / insgel(ijcx) ond(er)teecke(n)t iberwuest ende heeft inder / qualiteijt voers(creven) opgedragen met behoerl(ijcke) v(er)thijeniss(e) / de p(ar)ceele(n) van gronde(n) van erffve(n) naebescreve(n) waeraff / dand(er) hellicht van(den) selve(n) p(ar)ceele(n) sijn co(m)peteren(de) jan(nen) / van(den) broecken wever alhier te loeven(e) ende ierst de / hellicht van vijff dachmale(n) wunnens lants alsoe de / selve ombegrepe(n) der juijster mate(n) gelege(n) sijn tege(n) / over ter banck tussche(n) de goede(n) des goidtshuijs van(der) / banck nae bruessele(n) weerts in twee sijd(en) de goede(n) / der grooter taffele(n) vand(en) heijligen geest te loeven(e) / naer loeve(n) weert ter iii[er] ende de goede(n) des voers(creven) / jans van broeckem naer daugustijne(n) gat ald(aer) ter andere(n) / sijde(n) Item de hellicht van drije dachmale(n) tussche(n) / sekere(n) voetpadt nijet verre van(den) voers(creven) vijff dach(ma)le(n) / leijden(de) van(der) bancke voers(creven) nae diependael ter eenre / de goede(n) van tvoers(creven) goidtshuijs ter ii[er] de goedern / der voers(creven) tafele(n) van(den) heijligengeest ter iii[er] [Item] noch / de hellicht van twee dach(ma)le(n) lants oijck o(n)begrepen / der mate(n) gelege(n) benede(n) tvoers(creven) goidtshuijs van(der) banck / tussche(n) de goede(n) [vacat] /[vacat] /[vacat] en(de) de v(oer)s(creven) van
//
broeckem te(n) andere(n) sijde(n) gelijck de selve goeden / nutertijt in pachtinge gehoude(n) wordde(n) van henricke(n) / cansmans al(ia)s cancelliers Exp(osito) soe is daerinne / gegoet en(de) geerft ten erffel(ijcken) rechte m(eeste)r huijbrecht / duijm woonen(de) te loeven(e) p(er) mo(nitionem) Et sat(is) qualitate / quo et war(ans) de voers(creven) drije p(ar)ceele(n) lants op / de hellicht van vijfthie(n) mijte(n) chijs aen(den) hertoge van / aerschot en(de) dat in soe verre me(n) bevindt de(n) voers(creven) / chijs d(aer)uuijt te gaen(e) ende and(er)ssints nijet tamq(uam) / p(ro)ut iure cor(am) duffle maelcote octobr(is) ii[a]