Item in tegenwoerdicheijt des meijers van / loeve(nen) etc(etera) gestae(n) de voers(creven) jan(nen) van broecke(m) / inde(n) naeme qualiteijt en(de) nae vermoge(n) voers(creven) / p(er) mo(dum) heeft opgedrage(n) de goede(n) naebes(cre)ve(n) / Ende ierst ee(n) halff boende(r) lants gelege(n) ond(er) / pellenberch opt laervelt tussche(n) die goede(n) / gielis raeps in twee zijde(n) ende die lange / hage ter derde(r) Item alnoch ee(n) halff / boende(r) ende ee(n) halff dachmael lants / in twee diversche stucke(n) gel(ijck) de selve / ombegrepe(n) van eenige(r) maete(n) gelege(n) zijn / opde(n) cleijne(n) moelenberch ond(er) lovenjoel / geheete(n) de cuijte tussche(n) die goede(n) / merte(n) nijs in dee(nre) die goede(n) van(den) groote(n) / siecke(n) gatshuijse te love(nen) ter and(er) / / Item alnoch onderhalff dachmael landts / gelijck tselve ombegrepe(n) van eenige(r) maete(n) / gelege(n) is onder lovenjoel voers(creven) opt laervelt / tussche(n) die goede(n) des cloosters van sinte / geertruijde(n) in twee zijd(en) ende gielis raeps ter / derde(r) zijde(n) Exp(osito) soe is d(aer)inne gegoet / ende geerft ten erffel(ijcken) rechte gielis vrancx / soe inde(n) naeme van hem selve(n) als inden naem(e) / ende tot behoeff van anne van doirne sijn(en) / huijsvrouwe woonen(de) te corbeke over loe / per mo(nitionem) et sat(is) inden naeme ende qualiteijt / voers(creven) et war(as) tvoers(creven) stuck landts onder / pellenberch op drije halstere(n) rogs en(de) ee(nen) penn(inck) / boon(en) aen(den) infirmerije van(den) groote(n) beghijnhove / bijnne(n) deser stadt van loven(en) tvoers(creven) halff / boen(der) ende een halff dachmael genoempt / die cuijte op drije hal(ster) rogs en(de) iiii(½) d(eniere) boon(en) / aen tgoidtshuijs van gempe en(de) met ee(nen) mol(evat) / rogs aen(den) heijligengeest van lovenjoel en(de) het / derde oft leste p(er)ceel op ee(n) hal(ster) rogs aen(den) / kercke van lovenjoel ee(n) halste(r) aende(n) / pastoer met drije mol(evate) aen(den) voers(creven) heijligengeest / van lovenjoel en(de) met vi d(eniere) boon(en) aen tgoidtsh(uij)s / van gempe tanq(uam) p(ro)ut iure cor(am) eisdem