Item heer jan van schore nutertijt borgemeeste(r) / deser stadt als tuteur en(de) mo(m)boer van gregoris / van dieve(n) zone wijle(n) heer ende meester gregoris / van dieve(n) licen(tiaet) ind(en) rechte(n) doe(n) hij leefde(n) ende / van jouff(rouw)e barbara van(den) heetvelde gehuijssche(n) als / zij leefde(n) ende dat voe(r) soe vele den voers(creven) / gregoris(en) zoude moge(n) co(m)petere(n) oft eenichssints / aengae(n) ende willem de vos woonen(de) te loeven(en) / tot des naebescreve(n) staet te doene specialijck / en(de) onwederoepel(ijck) ge(con)stitueert sijn(de) bij heeren / niclaese(n) baert raedt en(de) ontfange(r) generael vand(en) / finan(tien) ons heere(n) des conincx in brab(an)t blijckende / bijd(en) procuratie(n) daeraff gepasseert voe(r) peetere(n) van(der) / hage(n) openbaer notaris en(de) zeke(re) getuijge(n) in date / des ix xix[e(n)] septembris lestlede(n) hebbe(n) respective / inde(n) naem(e) voers(creven) en(de) uuijt crachte vand(er) selve(r) p(ro)cu(ra)tie(n) hebben / opgedrage(n) met behoerl(ijcke) verthijenisse(n) ee(n) huijs / mette(n) hove en(de) uuijtgange comen(de) tot opde voere / aldaer vlieten(de) met alle(n) andere(n) sijn(en) toebehoerte(n) gestae(n) / bijnne(n) des(er) stadt inde heijligeest straete tussche(n) / thuijs en(de) he erffve m(eeste)r henricx reijngot en(de) / m(eeste)r willems switte(n) in dee(nre) de goede(n) der wed(uw)e(n) / en(de) erffgen(amen) gielis(en) wijle(n) abseloens en(de) joncker / chaerles van heijlwige(n) ter and(ere) ende de voers(creven) / heijligegeest strate voe(r) ter derde(r) zijd(en) Exp(osito) / soe es daer inne gegoet en(de) geerft te(n) erffel(ijcken) / rechte jouff(rouw)e christijne van polderbeke zoe / voe(r) haer selve(n) als oijck ind(en) naem(e) en(de) tot / behoeff jonck(er) charles van heijwige(n) voers(creven) haers
//
mans woonen(de) bijnne(n) des(er) stadt van loeven(e) p(er) mo(nitionem) / Et sat(is) inden naem(e) ende ende tot behoeff jonck(er) /charles van heijlwige(n) ind(en) naeme en(de) uuijt crachte / van(den) voers(creven) p(ro)curatie(n) et war(as) op thie(n) carolusguld(en) / erffel(ijck) ae(n) tgoidtshuijs van(den) predicare(n) bijnne(n) loeve(ne) / vier crone(n) erffel(ijck) daerme(n) tot noch toe jaerlijcx / voe(r) betaelt heeft vier rinsg(ulden) xvi st(uvers) ae(n) heere(n) / charles van(der) mere(n) canoninck tot liere en(de) op achtie(n) / stuvers erffel(ijck) aend(en) autaer van s(in)te peeters ind(er) / kercke(n) van s(in)te peeters binne(n) des(er) stadt tanq(uam) / p(ro)ut Ende dat alsulcke dertich carolusguld(en) / erffel(ijck) als de voers(creven) transportante(n) ind(er) qualiteijt / voers(creven) opt v(oer)s(creven) huijs jaerl(ijcx) in aprili waere(n) trecken(de) / mits der so(m)me(n) van vijftich carolusg(ulden) erffel(ijck) op / hed(en) date van des(en) de(n) voers(creven) heere(n) nicolaes(en) baert / geced(eer)t en(de) getransporteert in dese(n) zijn versmelten(de) / coram eisd(em)