Item in tege(n)woirdicheijt der scepen(en) van / loeve(ne) gestae(n) anthonis de becker als / tochtenaer jan jacop henr(ick) e(nde) / caerel de becker gebrueders e(nde) sone(n) / ende el(isa)b(e)t de becker haer affirmere(nde) / oudt te wese(ne) xxvi jaere(n) e(nde) meer / suster der v(oer)s(chreven) gebruedere(n) alle kindere(n) / des v(oer)s(chreven) anthonis als proprietaris(sen) / va(nden) goede(n) naebeschreve(n) hebbe(n) opgedrage(n) / met behoirl(ijcke) v(er)thijdeniss(e) te wete(ne) / de voers(chreven) anthonis voer zijn(en) tocht / e(nde) de voergenoe(m)pde zijn(en) kijndere(n) / voer derffelicheijt een plecke / wij(n)gaerts groot mette(n) stucke soo / wijngaert als plantsoe(n) bijde(n) voers(chreven)
//
p(er)soon(en) eertijde(n) te wete(n) opde(n) vi[e(n)] dach / meert lestlede(n) m(eeste)r(e)n huijbrechte(n) duijne(n) / vercocht twee vierendeele(n) ende seve(n) / roede(n) tussche(n) de goede(n) der voers(chreven) m(eeste)r / huijbrechts duijne(n) ter eenre peeter / de ultels? goede(n) te(n) drij zijde(n) jans de / witte ter oogster iiii[er] zijde(n) Exp(osito) / soo is d(aer)inne gegoidt e(nde) geerft / te(n) erffel(ijcken) rechte deselve meester / huijbrecht duijne(n) p(er) mo(nitionem) Et sat(is) de / voers(chreven) anthonis voer de tocht e(nde) de / voers(chreven) zijn(en) kijndere(n) voer derffelicheijt / et war(ans) op sesse stuijvers sjaers ae(nden) / aerme vroukens van s(in)te barbele(n) / binne(n) loeve(n) Met conditie(n) dat de(n) / v(oer)s(chreven) duijne(n) bijde(n) v(oer)s(chreven) opdragere(n) toegheseght / wordt midts des(en) opdrachte hem te / co(m)petere(n) zekere(n) uuijtga(n)ck vande(r) / zelver erffve(n) strecke(nde) ter strate(n) weert / obligan(do) submitte(ndo) in forma prout / coram liedekercke ketelboeter / decembris ii[a]