Item anthuenis neeffs ende lijsbeth van meenssele / dochter wijlen jacops gehuijssche(n) woonende / te peeterberch onder bierbeke in p(rese)ntia hebbe(n) / hebben bekindt indivisim schuldich te zijn m(eeste)r(e)n / lieven meganck woonen(de) binnen deser stadt / twee carolusg(ulden) te xx st(uijvers) tstuck munte cours / ende loop hebbe(nde) erffel(ijcke) rinte alle jaer opden / xxiii[e(n)] novembris te betaelen e(nde) inder stadt / wissele los ende vrij te levere(n) quolibet assecutu(m) / oick van x[e] xx[e] c[e] e(nde) alle ande(re) pen(ningen) hered(itar)[ie] / infuturum e(nde) ter manissen pa(n)dt te stelle(n) ter / plaetsen voers(chreven) valens duplu(m) et ta(ntu)m met / conditien dat de voers(chreven) gehuijssche(n) de voers(chreven) / erffente van twee carolusg(ulden) zulle(n) moge(n) lossen / ende quijte(n) talle(n) tijde(n) alst he(n) gelieffven zal / tot twee reijsen ende elcke(n) der voers(chreven) carolusg(ulden) / met xviii gel(ijcke) carolusg(ulden) e(nde) met volle rente / obligan(do) et submitte(ndo) ende es te wete(n) zoo / de voers(chreven) partije(n) v(er)cleerde(n) dat des(e) recognitie / es gebuert in plaetse van alsulcke twe carolusg(ulden) / als de voers(chreven) jacop wijle(n) van meenssele de(n) / voerschreven meganck opden xiii[e(n)] nove(m)bris / xv[c] lix bekendt heeft gehadt welcke bekin midts / desen wordt ghecasseert ende te nijeuwte / ghedaen coram liedekercke maelcote / nove(m)bris xxiii[a] /

Item m(eeste)r lieve(n) / meganck heeft / bekindt ae(n) hem bij / anthuenis neeffs / en(de) zijn(en) huijsvrouwe / des(en) erffrinte van / twe carolusgulde(n) / gequeten te zij(n) en(de) / de hootpen(ningen) d(aer)aff / met volle rente / ontfange(n) te hebben / consenteren(de) alsoo / inde cassatie van / dit bekin actum / novembris xiiii[e(n)] / a(nn)o xv[c] lxxv onder / stont ges(chreven) aldus ita / est levinus meganck /