SAL7467, Akte: V°365.2-R°366.2 (392 van 581)
Akte V°365.2-R°366.2
Act
Datum: 1574-02-23
Transcriptie
2014-08-28 door Anton SchuttelaarsCo(n)dt zij ee(nen) iegel(ijcken) dat ee(n) scheijdin(ge) e(nde) deijlinge /
bij kuese d(aer)o(m)me gedae(n) geschiet e(nde) gebuert /
tussche(n) marie van ijsere(n) dochter wijle(n)
//
ghijsbrechts e(nde) van barbele dekens gehuijssche(n) / doen zij leeffde(n) met consente wille wete(ne) e(nde) overstaen(e) / geerdts collijns sone mathijs haers mans ter ee(n)re / ende cathlijn(en) van ijseren suster der voers(creven) marie / met consente wille weten(e) e(nde) overstae(ne) henricx de / pape sone wijle(n) henricx haers mans ter ande(re) zijden / van(de) goede(n) hen bijde(n) voers(creven) henne(n) ouders v(er)storve(n) te deijle(ne) // Soo zijn bleven e(nde) gevallen der voers(creven) marie van / ijsere(n) met consente e(nde) ten bij zijn(e) des voers(creven) geerts / collijns haers mans in huere deijlin(ge) de goede(n) ende / gronden van erffven naebescreve(n) te wete(ne) inden / Iersten een beslote(n) block landts groot ontrint ee(n) / halff boender alsoo tselve ombegrepe(n) der mate(n) / gelegen is binne(n) der stadt van loeven(en) opd(en) waije(n)berch / bij s(in)te quintens dwelck nutertijt ee(nen) savelcuijl / is tussche(n) de goed(en) geerdts van(der) veke(nen) ter ee(n)re / de goede(n) der erffgen(amen) vincents brunelle ter ii[e(r)] / de goede(n) m(eeste)r henricx van mechele(n) ter iii[e(r)] ende / sheere(n) strate aldaer ter vierder zijde(n) belast / met vier stuijvers erffel(ijck) aen(der) stadt van loeven(en) / ter caus(en) van ee(n) straetke(n) aldaer innegenome(n) / acht mijten aende(n) aultaer oft bruederschap / van s(in)te quintens Ite(m) sijn der selver alnoch / bleve(n) in hae(r) deijlin(ge) ee(n) plexke(n) landts dwelck / ee(nen) savelcuijl geweest es gel(ijck) tselve geleghe(n) / es opde(n) voers(creven) waijenberch tege(n) over tv(oer)s(creven) block / comen(de) met ee(nen) uuijtganck opde quintens strate / aen(de) hoeffpoorte o(n)belast wese(nde) hanc quoq(ue) et sat(is) / prout obligan(do) et submitten(do) coram liedekercke / winde februarii xxiii[a] /
//
ghijsbrechts e(nde) van barbele dekens gehuijssche(n) / doen zij leeffde(n) met consente wille wete(ne) e(nde) overstaen(e) / geerdts collijns sone mathijs haers mans ter ee(n)re / ende cathlijn(en) van ijseren suster der voers(creven) marie / met consente wille weten(e) e(nde) overstae(ne) henricx de / pape sone wijle(n) henricx haers mans ter ande(re) zijden / van(de) goede(n) hen bijde(n) voers(creven) henne(n) ouders v(er)storve(n) te deijle(ne) // Soo zijn bleven e(nde) gevallen der voers(creven) marie van / ijsere(n) met consente e(nde) ten bij zijn(e) des voers(creven) geerts / collijns haers mans in huere deijlin(ge) de goede(n) ende / gronden van erffven naebescreve(n) te wete(ne) inden / Iersten een beslote(n) block landts groot ontrint ee(n) / halff boender alsoo tselve ombegrepe(n) der mate(n) / gelegen is binne(n) der stadt van loeven(en) opd(en) waije(n)berch / bij s(in)te quintens dwelck nutertijt ee(nen) savelcuijl / is tussche(n) de goed(en) geerdts van(der) veke(nen) ter ee(n)re / de goede(n) der erffgen(amen) vincents brunelle ter ii[e(r)] / de goede(n) m(eeste)r henricx van mechele(n) ter iii[e(r)] ende / sheere(n) strate aldaer ter vierder zijde(n) belast / met vier stuijvers erffel(ijck) aen(der) stadt van loeven(en) / ter caus(en) van ee(n) straetke(n) aldaer innegenome(n) / acht mijten aende(n) aultaer oft bruederschap / van s(in)te quintens Ite(m) sijn der selver alnoch / bleve(n) in hae(r) deijlin(ge) ee(n) plexke(n) landts dwelck / ee(nen) savelcuijl geweest es gel(ijck) tselve geleghe(n) / es opde(n) voers(creven) waijenberch tege(n) over tv(oer)s(creven) block / comen(de) met ee(nen) uuijtganck opde quintens strate / aen(de) hoeffpoorte o(n)belast wese(nde) hanc quoq(ue) et sat(is) / prout obligan(do) et submitten(do) coram liedekercke / winde februarii xxiii[a] /
Nagekeken door: Inge Moris , Dieter Peeters
Moderator: Dieter Peeters
Laatste update:: 2013-08-13 door Inge Moris