SAL7495, Akte: R°120.3-R°121.1 (272 van 516)
Akte R°120.3-R°121.1
Act
Datum: 1604-02-10
Taal: Latinum
Transcriptie
2021-01-06 door Willy StevensAldus geschapen was questie en(de) e proces op te/
gerijsen tusschen jo(ffrouw)[e] alijdt reckmans weduwe/
wijlen h(ee)[r] en(de) m(eeste)r anthonis van(den) heetvelde en(de)/
als momboiresse van haere kinderen ter eenre/
ende henrick vriendts woonen(de) tot thieldonck/
geassisteert met m(eeste)[r] raphael lijntermans/
ter anderere zijde zijn bij minnelijke accoorde/
overcomen en(de) eens gewordden aengaende/
de drije naevolgen(de) renten Als te weten
//
van twee rinsg(u)l(dens) erffel(ijck) daervoor v(er)boven staet/ met schepen(en) brieven van loven in date x[a] septemb(ris)/ 1568 in prima jan v(er)calster(en) en(de) barbara/ swinters gehuijsschen, de tweede van xxx s(tuijvers)/ erffel(ijck) bekindt bij willem v(er)calsteren en(de) cath(ari)[ne]/ stockens en(de) bij hen besedt op zeke(re) goeden/ onder herent naederblijcken(de) bijde schepenen/ brieven daeraff zijn(de) in date xxiii junii/ 1542 in 3[a] ende die derde van x s(uijvers) erffel(ijck)/ bijden voors(chreven) willem v(er)calsteren en(de) zijn(er) huijsvro(uwe)/ personelijcken bekindt voor schepen(en) van loven/ penultima decemb(ris) 1538 in 3[a], soo wel/ van capitael als vande v(er)loopen der selver tot/ date deser v(er)schenen in vueghen en(de) manieren/ naevolgen(de) Te weten dat die voors(chreven) henrick/ boven tgene dat de voor(schreven) ja[re] uuijtten v(er)coope/ van zeker gelege geleghen te voethem onder/ thieldonck ter instan(tie) van die van(den) godtshuijse/ van(de) augustijnen bynne(n) loven uuijt crachte van/ dinctie aen jan van meerbeeck v(er)cocht ontfangen/ heeft gehadt, sal alnoch der sel(ve) jouff(rouwe)[e]/ transporteren gelijck hij der sel(ve) transporteert/ midts desen tot behoeff der sel(ve) en(de) haere/ kinderen oft tot behoeff van(de) genen die daerinne/ gericht sal wesen een dach(mael) eijghens landts/ gelegen onder herent opt mottevelt tusschen/ die goeden der voors(chreven) jo(uffrouw)[e] in twee zijd(en) derffgen(aemen)/ van mijn h(ee)[r] van waterdijck ter iii[e] ende/ cath(ari)[ne] vincx weduwe peeters boon(en) ter iiii[e]/ zijde Alnoch drije vierendeel eijghens landts/ gelegen opt voors(creven) velt tusschen voorschreven/ dachm(ael) tusschen derffgen(aemen) waterdijck voors(chreven)/ en(de) de voors(chreven) wed(uwe) peeters boon(en) Ende heeft
//
daerinne gegoedt en(de) geerft ten eijgen(en) rechte de/ voors(chreven) jo(uffrouw)[e] alijdt inde qua(litei)t? voors(chreven), hier hebben/ over geweest liebbrechts rivieren schepen(en) van/ loven en(de) eijgengenoten, Item jan bap(tis)[ta] spoelberch/ lieuten(ant) smeijers van loven en(de) willem vos/ insgel(ijcks) als eijgengenooten coram quibus satis/ et war(ans) voor vrije eijgen goet ende daerenboven/ dersel(ve) [eijgen] gereeden gelde te betaelene sesthien rinsg(u)l(dens)/ eens qui quidem rogantes quod faciunt scab(ini)/ pred(icti), met wel(ken) transport en(de) somme van penn(ingen)/ doot en(de) te nijette sullen zijn en(de) blijven de voorschreven/ renten metten v(er)loop der selven geloven(de) hinc inde/ de voors(chreven) p(ar)tijen ter causen voors(chreven) nemmermeer/ aen te spreken in geenen rechte noch daerbuijten/ daervoor v(er)binden(de) hinc inde haeren persoon/ en(de) goeden present en(de) toe(comen)[de] renuntierende te/ dijen eijnde van alle en(de) iegewel(ken) previlegien/ en(de) besunder tprevilegie S: C: vell. daeraff/ ierst en(de) vooral geinformeert zijn(e) feb(rua)[rii] x[a]/ 1604
//
van twee rinsg(u)l(dens) erffel(ijck) daervoor v(er)boven staet/ met schepen(en) brieven van loven in date x[a] septemb(ris)/ 1568 in prima jan v(er)calster(en) en(de) barbara/ swinters gehuijsschen, de tweede van xxx s(tuijvers)/ erffel(ijck) bekindt bij willem v(er)calsteren en(de) cath(ari)[ne]/ stockens en(de) bij hen besedt op zeke(re) goeden/ onder herent naederblijcken(de) bijde schepenen/ brieven daeraff zijn(de) in date xxiii junii/ 1542 in 3[a] ende die derde van x s(uijvers) erffel(ijck)/ bijden voors(chreven) willem v(er)calsteren en(de) zijn(er) huijsvro(uwe)/ personelijcken bekindt voor schepen(en) van loven/ penultima decemb(ris) 1538 in 3[a], soo wel/ van capitael als vande v(er)loopen der selver tot/ date deser v(er)schenen in vueghen en(de) manieren/ naevolgen(de) Te weten dat die voors(chreven) henrick/ boven tgene dat de voor(schreven) ja[re] uuijtten v(er)coope/ van zeker gelege geleghen te voethem onder/ thieldonck ter instan(tie) van die van(den) godtshuijse/ van(de) augustijnen bynne(n) loven uuijt crachte van/ dinctie aen jan van meerbeeck v(er)cocht ontfangen/ heeft gehadt, sal alnoch der sel(ve) jouff(rouwe)[e]/ transporteren gelijck hij der sel(ve) transporteert/ midts desen tot behoeff der sel(ve) en(de) haere/ kinderen oft tot behoeff van(de) genen die daerinne/ gericht sal wesen een dach(mael) eijghens landts/ gelegen onder herent opt mottevelt tusschen/ die goeden der voors(chreven) jo(uffrouw)[e] in twee zijd(en) derffgen(aemen)/ van mijn h(ee)[r] van waterdijck ter iii[e] ende/ cath(ari)[ne] vincx weduwe peeters boon(en) ter iiii[e]/ zijde Alnoch drije vierendeel eijghens landts/ gelegen opt voors(creven) velt tusschen voorschreven/ dachm(ael) tusschen derffgen(aemen) waterdijck voors(chreven)/ en(de) de voors(chreven) wed(uwe) peeters boon(en) Ende heeft
//
daerinne gegoedt en(de) geerft ten eijgen(en) rechte de/ voors(chreven) jo(uffrouw)[e] alijdt inde qua(litei)t? voors(chreven), hier hebben/ over geweest liebbrechts rivieren schepen(en) van/ loven en(de) eijgengenoten, Item jan bap(tis)[ta] spoelberch/ lieuten(ant) smeijers van loven en(de) willem vos/ insgel(ijcks) als eijgengenooten coram quibus satis/ et war(ans) voor vrije eijgen goet ende daerenboven/ dersel(ve) [eijgen] gereeden gelde te betaelene sesthien rinsg(u)l(dens)/ eens qui quidem rogantes quod faciunt scab(ini)/ pred(icti), met wel(ken) transport en(de) somme van penn(ingen)/ doot en(de) te nijette sullen zijn en(de) blijven de voorschreven/ renten metten v(er)loop der selven geloven(de) hinc inde/ de voors(chreven) p(ar)tijen ter causen voors(chreven) nemmermeer/ aen te spreken in geenen rechte noch daerbuijten/ daervoor v(er)binden(de) hinc inde haeren persoon/ en(de) goeden present en(de) toe(comen)[de] renuntierende te/ dijen eijnde van alle en(de) iegewel(ken) previlegien/ en(de) besunder tprevilegie S: C: vell. daeraff/ ierst en(de) vooral geinformeert zijn(e) feb(rua)[rii] x[a]/ 1604
Nagekeken door: Joop van der Horst
Moderator: Joop van der Horst
Laatste update:: 2019-09-18 door Jos Jonckheer