SAL7495, Akte: V°142.2-R°143.1 (328 van 516)
Akte V°142.2-R°143.1
Act
Datum: 1604-03-20
Taal: Latinum
Transcriptie
2021-08-23 door Willy StevensItem in tegenwoordich(eijt) des meijers en(de) schepen(en) van/
loven naebes(chreven) gestaen lucia eijven jegenwoordige/
huijsvr(ouw)e mathieus van(der) vliet met consente/
overstaen(de) en(de) authorisatie desselffs mathieus/
woonen(de) bijnnen der stadt van aersschot bij/
manisse hebben opgedraeghen met behoorl(ijcke) v(er)thijden(isse)/
een pleck zoo landt als bosch geheeten/
sichemberch groot ontrent drije boenderen gelegen/
ond(er) kakevin(ne)? regen(oten) de straete ter i[e], derffgen(aemen)
//
wijlen mathieus van hove ter ii[e] [vacat]/[vacat] Item noch een pleck erffve daeroppe/ opgaende eijcken plachte te staene gelegen tschanebroeck/ bij scherpenheuvel, Item noch een pleck bempts/ gelegen bij sichenen achterstaen groot ontrent/ een halffboend(er) regen(oten) jo(uffrouw)[e] van hove ter i[e], die/ demer ter ii[e] mijn h(ee)[re] van wassem ter iii[e] zijde,/ Item noch een pleck bempts geheeten den cruijsbempt/ gelegen inde langebempden onder sleen groot/ ontrent vijff oft sesse dachm(ael) regen(oten) jan/ suetrinx ter i[e] en(de) ii[e], den prelaet van s(in)[te] geertruijden/ bijnnen loven ter iii[e] en(de) derffgen(aemen) mechtelt van/ merlemont ter iiii[e], gel(ijck) haer opdragersse die sel(ve)/ goeden opden ii[e] decemb(ris) 1600 in deijlinge gevallen/ zijn tegen janne suetri(n)x voors(chreven) voor wethouderen/ der stadt van aersschot exp(osito) imp(ositus) est jure/ hereditario odilia de rijcke wed(uw)[e] thomas wijlen/ van haecht woonen(de) te loven p(er) mo(nitionem) rede(di)[t] ende/ voorts meer op een(en) voortaen(e) erffel(ijcke) rente van/ sesse goude penn(ingen) geheten carol(us) gulden te xx s(tuijvers)/ tstuck lopen(de) munte erffel(ijcke) rente alle jaere op/ heden date des(er) te betaelen ende inde stadtwissele/ van loven los en(de) vrije (et)c(etera) oock van x[e] xx[e] c[e] ende/ alle ande(re) meerde(re) en(de) minde(re) penn(ingen) geimponeert/ en(de) alnoch naemaels te imponeren in toe(komen)[de] tijden/ telcken termijn(e) als schult tot rechte v(er)wonnen tot/ loven Et sat(is) de voors(chreven) opdrage(ren) obligan(do) et/ submitten(do) et war(ans) de voors(chreven) opgedragen goeden/ voor vrij en(de) ombelast geloven(de) voorts die/ voors(chreven) gehuijsschen de voors(chreven) rente van sesse carol(us)/ gul(den)s jaerl(ijcks) wel en loffel(ijck) te betaelen en(de) los en(de)/ vrije als vore te leveren onverlet assecut(um) coram/ duffle liebrechts martii xx[a] 1604
//
wijlen mathieus van hove ter ii[e] [vacat]/[vacat] Item noch een pleck erffve daeroppe/ opgaende eijcken plachte te staene gelegen tschanebroeck/ bij scherpenheuvel, Item noch een pleck bempts/ gelegen bij sichenen achterstaen groot ontrent/ een halffboend(er) regen(oten) jo(uffrouw)[e] van hove ter i[e], die/ demer ter ii[e] mijn h(ee)[re] van wassem ter iii[e] zijde,/ Item noch een pleck bempts geheeten den cruijsbempt/ gelegen inde langebempden onder sleen groot/ ontrent vijff oft sesse dachm(ael) regen(oten) jan/ suetrinx ter i[e] en(de) ii[e], den prelaet van s(in)[te] geertruijden/ bijnnen loven ter iii[e] en(de) derffgen(aemen) mechtelt van/ merlemont ter iiii[e], gel(ijck) haer opdragersse die sel(ve)/ goeden opden ii[e] decemb(ris) 1600 in deijlinge gevallen/ zijn tegen janne suetri(n)x voors(chreven) voor wethouderen/ der stadt van aersschot exp(osito) imp(ositus) est jure/ hereditario odilia de rijcke wed(uw)[e] thomas wijlen/ van haecht woonen(de) te loven p(er) mo(nitionem) rede(di)[t] ende/ voorts meer op een(en) voortaen(e) erffel(ijcke) rente van/ sesse goude penn(ingen) geheten carol(us) gulden te xx s(tuijvers)/ tstuck lopen(de) munte erffel(ijcke) rente alle jaere op/ heden date des(er) te betaelen ende inde stadtwissele/ van loven los en(de) vrije (et)c(etera) oock van x[e] xx[e] c[e] ende/ alle ande(re) meerde(re) en(de) minde(re) penn(ingen) geimponeert/ en(de) alnoch naemaels te imponeren in toe(komen)[de] tijden/ telcken termijn(e) als schult tot rechte v(er)wonnen tot/ loven Et sat(is) de voors(chreven) opdrage(ren) obligan(do) et/ submitten(do) et war(ans) de voors(chreven) opgedragen goeden/ voor vrij en(de) ombelast geloven(de) voorts die/ voors(chreven) gehuijsschen de voors(chreven) rente van sesse carol(us)/ gul(den)s jaerl(ijcks) wel en loffel(ijck) te betaelen en(de) los en(de)/ vrije als vore te leveren onverlet assecut(um) coram/ duffle liebrechts martii xx[a] 1604
Nagekeken door: Joop van der Horst
Moderator: Joop van der Horst
Laatste update:: 2019-09-18 door Jos Jonckheer