Item jan goedeweert soen b(er)thelmeeus goedeweerts van mechlen/ en(de) willem vander hofstat van wespelaer in jegewordich(eit) d(er) scepen(en)/ van loven ghestaen hebben geloeft ongesundert en(de) ongescheiden ja(n)nen/ wants van mechlen hem en(de) sijn goede soe waer die bynne(n) den pale(n)/ van brabant gelegen sijn tot ewighen daghen scadeloes quijt/ te houden en(de) te lossen van alsulker kennissen en(de) geloeften als/ de voirs(creven) jan wants gedaen en(de) gheloeft heeft voer scepen(en) van/ loven lodewiken wittemans en(de) joffr(ouwe) lijsbetten sinen wive van/ x mudden rogs der maten van loven lijfpensien te weten is/ tot elx live v mudde rox d(air) voe(r) des voirs(creven) jan wants goede/ na den rechte d(er) stat van loven beleydt sijn Voert heeft/ geloeft de voirs(creven) jan goedeweert den voirs(creven) willeme vand(er)/ hofstat van des voirs(creven) is co(m)merloes te ontheffene cor(am)/ witteman boen sept(embris) vii
//