SAL7731, Akte: R°249.6-V°249.1 (249 van 430)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°249.6-V°249.1  
Act
Datum: 1438-02-06

Transcriptie

2021-07-12 door Karel Embrechts
Van alzulker aenspraken als wout(er) vand(er) donck van zichene tot mathijse/
thijs die geleydt es tot den goeden des vors(creven) wout(er)s daer in de zelve/
wout(er) ruerde dat de vors(creven) mathijs voermaels gecocht hadde jegen den/
vors(creven) woute(re)n vand(er) donck eenen beemd om hond(er)t gulden(en) d(aer)mede de/
vors(creven) mathijs hem lossen zoude van alzulk(er) borghtocht daer voe(r) hi/
[voe(r)] den vors(creven) woute(re)n borge is en(de) daer voe(r) de zelve wout(er) zijn beleydt/
ov(er) hebben zoude Zeggende voert de vors(creven) wout(er) dat zij zijnd den beleide/
geweest hadden voe(r) scepen(en) van zichen(e) en(de) hadde(n) op de goede v(er)tegen/
/ dwelck de vors(creven) wouter al booed te thoen(en) (et)c(etera) Daerop hem de/
vors(creven) mathijs verandwoirdde zeggen(de) dat hij met alzulken/
worden zijn beleyd niet ov(er)gheven [en] zoude by vele reden(en) die hij/
daer dede zeggen (et)c(etera) Es tvonnisse dat alzulken aensprake/
als de vors(creven) wout(er) tot den vors(creven) mathijse gedaen hadde den/
zelven mathijse aen(de) zinen beleyde gheen onstade doen en zal/
cor(am) pynnock abs(oloens) wittema(n) vynck boys voshem febr(uarii) vi[a]
Nagekeken doorkristiaan magnus
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2015-08-24 door Agata Dierick