SAL7731, Akte: V°188.3 (191 van 430)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°188.3  
Act
Datum: 1437-12-31

Transcriptie

2021-06-21 door Karel Embrechts
It(em) uut dien dat de tafle sheylichs gheests van sente mychiels/
te loeven erflic heeft [acht hollantsche gulden(en)] opt huys geheten tscep gelegen te loeve(n)/
op de vischmarct de welke de voirs(creven) henr(ic) van lyere ghe/
loeft heeft te quiten tot seke(re)n dagen die leden sijn daer/
voer welke afquitinge de voirs(creven) henr(ic) den voirs(creven) gulden(en)/
aer tond(er)pande gesett heeft So es tusschen de voirs(creven) p(ar)tien/
gevorwerdt dat den voirs(creven) brief van c en(de) viii riders ond(er)/
ons sal bliven liggen sonder dien den voirs(creven) henricken te/
gheven oft daer mede te behelpen ten sij dat hij te voren/
den voirs(creven) gulden(en) aer vanden voirs(creven) geluften van viii holl(antsche)/
gulden(en) af te quiten gelost sal hebben ende oft de voirs(creven)/
henric des niet en dade tuschen dit en(de) kersmisse naest/
comen(de) dat dan de voirs(creven) aert dat selve sal moegen doen/
met den voirs(creven) c en(de) viii gulden ryders op also dat hij den/
selven henricken inde voirs(creven) viii gulden(en) sal doen goeden/
eisd(em)
Nagekeken doorkristiaan magnus
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2015-08-24 door Agata Dierick