It(em) met desen voirscr(even) bekenne selen hen de voirs(creven) lambrecht/ en(de) jan sijn de soen oft deen van hen moegen doen beleide(n)/ so wa(n)neer dat hen gelieft tot den goeden des voirs(creven) jans/ vanden driessche svaders hier na genoemt te weten yerst/ tot allen den haefliken goeden des selfs jans des vad(er)s so/ wair die belegen en(de) hoe sij genoemt moegen sijn en(de) voert/ tot den erfgoeden hier na bescr(even) Ierst tot ene(n) huys ende/ hove met den wynnende lande daer toe hoe(re)nde en(de) met/ allen ande(re)n sijne(n) toebehoerten houdende tsamen omtrent/ thien boende(r) tuschen de goede mathijs smeets henrix inden/ inval jans van olmen en(de) claes weyns gelijc de voirs(creven)/ jan die te leen houdt vanden abdt van sentruden It(em)/ tot ene(n) halve(n) boende(r) beemts gelegen bider stat van diest/ geheten ten peele tuschen de goede willems van beeringe(n)/ willems vander lazerien en(de) joes van hoerne en(de) neven/ de hoelstrate ald(aer) it(em) tot welc half boend(er) men te leen/ houdt vanden heerscape van diest It(em) tot vijf en(de) (½) zille(n)/ bosch gelegen inde prochie van corthenaken tuschen/ dat rijseren straetken aen twee zijden en(de) neve(n) de goede/ h(er)mans van langele en(de) ja(n)nes vanden huys It(em) welc/ v(½) zille bosch men te leen houdt vanden abdt van vlied(er)/ beke It(em) tot drie en(de) (½) zillen lants gelege(n) inde voirs(creven)/ p(ro)chie van corthenaken tuschen de goede der kerken/ van miskem en(de) den goeden toebehoren(de) dien vanden/ borchove(n) en(de) ja(n)nese vanden huys dwelc men oic te/ leen houdt vanden voirs(creven) abdt van vlied(er)beke met welke(n)/ beleide de voirs(creven) lambrecht en(de) jan de soen alle dese voirscr(even)