Item jan pauwels van b(er)the(m) ind(er) tegenword(icheit) heeft gekindt en(de) gelijtt dat / hij wael en(de) wittelic v(er)cocht heeft sybrechte van beke de vrucht / va(n) eene(n) boend(er) lands nu met gherste(n) besaeyt staende dwelke in eene(n) / bloke geleg(en) es in de p(ro)chie va(n) leefdale op cretenborgh tussche(n) de / goede ja(n)s loenijs en(de) de goede wout(er)s wijle(n) pype(n)poys It(em) de vrucht / van eene(n) halve(n) boend(er) lands nu besaeyt met taerwen geleg(en) in de p(ro)chie / va(n) b(er)the(m) op de(n) ned(er)ste(n) beynack(er) benede(n) de(n) beyswech aldaer tussche(n) / de goede quintens pols aen deen zijde en(de) de goede pet(er)s wijle(n) van / nethen(en) aen dande(re) dwelke ond(er)half boend(er) lands tsame(n) de vors(creven) / ja(n) pauwels te pachte houdende es va(n) jonch(er) rogie(re) van piet(er)shem / va(n) cornyelijse lambrechts en(de) vand(er) joffr(ouwe) va(n) grave(n) wonen(de) int cleyn / beghijnhoff te loeven(en) En(de) dat om eene(n) seke(re)n prijs en(de) so(m)me va(n) gelde / d(aer)af de vors(creven) jan pauwels he(m) heeft gekindt ope(n)baerlic wael v(er)nueght / en(de) betaelt sijnde vande(n) vorscr(even) sybrechtte Gelovende de vors(creven) ja(n) / pauwels dat hij [alle] de vors(creven) vruchte(n) va(n) gheerste(n) en(de) taerwe(n) op de / vors(creven) lande nu wassende en(de) staende den vors(creven) sybrechtte te(n) naeste(n) / vruchtbae(re)n tijde op de vors(creven) velde daer sij alsulck als die sijn sulle(n) / sal doen en(de) late(n) volghe(n) de(n) vors(creven) sybrechte sond(er) letsel oft hijnd(er) / in e(n)nigher manie(re)n En(de) des es borghe des vors(creven) jans pauwels / als p(ri)ncipael (et)c(etera) gheert qua(n)telart wonen(de) te b(er)them p(ri)mus / roel(ants) vynck junii xxvi /