It(em) de met desen scoutbrieve moegen hen de voirs(creven) gebruede(re) tsamen of deen van / hen bezund(er)t doen beleiden zo wa(n)neer zij willen tot den goede(n) hier na / bescr(even) ende niet vord(er) Te weten de voirs(creven) jan tot eene(n) boende(re) lants gelegen inde p(ro)chie / van sente pet(er)s vissenaken opten ned(er)donck neve(n) tvelt geheten de roede aen deen zijde / en(de) ons(er) vrouwen lant vanden poele te thienen aen dande(re) It(em) tot ene(n) dachmael lants / gelege(n) te binckem opt deyghels velt tusschen de strate gaende te diest waert en(de) de / goede willems du(n)nepep(er) welc dachmael lants de voirs(creven) jan gecregen heeft en(de) / daer inne gegoedt es noch in sijns vad(er)s brode ongehuwt wezende Ende de voirs(creven) / aert tot ii(½) dachmael lants gelegen oic te binckem op de couther tusschen de / goede des co(m)menduers van binckem en(de) de voirs(creven) strate gaende te diest waert Tot / des(er) meyni(n)gen dat elc vanden voirs(creven) gebruede(re)n tvoirs(creven) goet te weten de voirs(creven) / jan dyerste ii stucken en(de) de voirs(creven) aert dand(er) stuck nae doet hoe(re)r vad(er) en(de) moed(er) / met den selven beleide voer uut aenveerden hebben en(de) behouden selen inde stad / van den huweliken goeden die den ande(re)n kijnde(re)n hoe(re)n bruede(re)n en(de) zuste(re)n te huwelike / gegeven sijn cor(am) eisd(em) /