It(em) de brieve vand(er) voirs(creven) guedingen selen blive(n) liggende ond(er) ons tot d(er)re/ tijt toe dat de voirs(creven) goert en(de) sijn wijf d(er) voirs(creven) katlijne(n) en(de) magdalene(n)/ hoird(er) docht(er) vesticheit gedaen selen hebben Te weten d(er) voirs(creven) katlijne(n) hoe(r)/ leefdaghe langc en(de) nae hoir doot magdalene(n) voirs(creven) van twee mudden/ rogs d(er) maten van wave(r) erfs pachts aen en(de) op tgedeelte vande(n) goede(n)/ voirs(creven) daer sij nu inne gegoedt sijn en(de) desgelijx op tderde gedeelte/ vanden selven goeden dat zij ontfaen selen van joese van beerhem en(de)/ marien van vordele sijne(n) wive En(de) alsdat inden hof daer de goede liggen/ gesciet sal sijn en(de) goert adaems voirs(creven) te nyeute gedaen sal hebben/ doude beleyt dat hij ond(er) heeft spreken(de) op de goede des voirs(creven) wilen/ jans van vordele salme(n) dan de voirs(creven) brieve den voirs(creven) goerde ende/ sijne(n) wive ov(er)gheve(n) en(de) niet eer cor(am) eisd(em)