SAL7738, Akte: R°108.2 (176 van 480)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°108.2  
Act
Datum: 1444-10-26

Transcriptie

2013-09-12 door Kristiaan Magnus
It(em) willem busscop en(de) jan vanden vedekene scepen(en) van wynge sijn comen/
in yeg(ewoirdicheiden) en(de) hebben gedragen en(de) getuyght als scepen(en) van wynge dat voe(r)/
den meye(r) des rentmeesters van thienen inde p(ro)chie van wynghe/
en(de) voir hen en(de) den ande(re)n hoi(r)e medegesellen comen sijn jan ro(m)melarts/
geheten smet in deen zijde en(de) henrick helscheviers in dande(re) om/
zeker geschils wille dat sij und(er)linge hadden van eenen erfweghe/
die de voirs(creven) jan meynde en(de) jesch te hebben van gaen en(de) ke(re)n en(de)/
beesten te drive(n)ne vand(er) moelenstraten tot den goeden toe des/
voirs(creven) jans ov(er) en(de) doer een eeussel des voirs(creven) henrix geheten scibbe/
kersstrate gelegen te gempe aen de moelen welken wech de/
voirs(creven) henrick hem ontkende aldair de voirs(creven) henrick voir de voirs(creven)/
meye(r) en(de) scepen(en) overgaff so wair de voirs(creven) jan gethoenen conste/
met goeden ma(n)nen dat hij den voirs(creven) wech ov(er) de voirs(creven) goede/
hadde hij woud(er) mede te vreden sijn en(de) hem dien laten gelijc/
kerwijs oft hij hem met den vo(n)nisse waer ae(n)gewesen dwelc de/
voirs(creven) jan aen nam te doen en(de) geloefden beide de voirs(creven) p(ar)tien/
op en(de) af te gaen metten gheene(n) des de voirs(creven) jan dair af thoene(n)/
soude gelijc oft de voirs(creven) zake mette(n) rechte bedingt en(de) de voirs(creven)/
jan tot dien bethoene mette(n) vo(n)nisse gewijst wae(re) en(de) dat de/
voirs(creven) p(ar)tien om dat thoenisse te doen en(de) te aenhoiren eendrechtichlic/
dach namen en(de) te comen opte voirs(creven) goeden tot welken dagen/
de voirs(creven) p(ar)tien quame(n) voir de voirs(creven) meye(r) en(de) scepen(en) en(de) opt voirs(creven)/
goet dair de voirs(creven) jan thoende met vier goede(n) ma(n)nen die/
droeghen dat sij gesien hadden dat de voirs(creven) jan en(de) sijn vorseete(n)/
den voirs(creven) wech ov(er) de voirs(creven) goede hadden gehadt en(de) gebruyct/
ov(er) xxx jair en(de) daghe en(de) meer met welken thoenisse de/
voirs(creven) henrick hem te ver vreden hielt kenne(n)de den voirs(creven) ja(n)ne/
sijnen erfwech voirs(creven) dwelc de voirs(creven) scepen(en) van wynghe ind(er)/
voirs(creven) manie(re)n voir scepen(en) van loeven(en) getuyght hebben bidden(de)/
den selven scepen(en) van loeven(en) dat sij dat op hen voirts tuyge(n)/
en(de) zegelen willen dwelc doen ov(er)wynge vynkenb(osch) oct(obris) xxvi/
Nagekeken doorJos Jonckheer
ModeratorJos Jonckheer
Laatste update:: 2013-05-16 door Wannes Debruyne