It(em) van alsulken gedinge als geweest es voe(r) meye(r) ende scepen(en) van loeven(en)/ tusschen wille(m)me van overlies gielijsen berne(re) ende walraven weyns als kercmeest(er)s/ van huyssinghen in deen zijde ende pete(re)n maes poerte(r) der stad van loeven(en) in dande(r)/ aldaer de voirs(creven) kercmeesters den voirs(creven) poerte(r) aenspraken seggen(de) dat hij van hen/ zeke(re) goede in jaerschae(re)n genomen hadde voe(r) zeke(re)n so(m)men van coren ende gelde te/ weten ii mudden ende i veertele corens ende iii s(cellinge) grote tsjaers dair af/ hij voirtiden te henw(er)ts in gebreke was xxii grijpen en(de) dair voe(r) sette hij/ hen met rechte in handen zeke(re) landen vanden voirs(creven) goeden die hij besaeyt/ hadde om hen de voirs(creven) schout aen de vruchten van dien te nemen de welke/ zij gehadt en(de) aenveerdt hadde(n) en(de) al met rechte voirt geuutent en(de) v(er)tocht / gelijc zij boden te bewisen(e) boven den welken hij te henw(er)ts noch vand(er) vors(creven)/ schout in gebreke wae(r) van v grijpen vanden welken zij begerden van/ hem betalinge te hebben seyden voirts dat hij dlant dat hij nu besaeyt/ hadde sculdich hadde geweest te voe(re)n te mesten des hij niet gedaen en / hadde mair hadt besaeidt ongemest dair af zij de schade yesschen/ gericht te hebben die zij also node nemen soude als iiii rijd(er)s mair/ of zij dat te hoge of te neer grootsten zo gedroegen zij hen des/ ter taxacien van erdwy(n)nen dair op de voirs(reven) poirte(r) hem verantwerden(de)/ kendde de pechtinge en(de) dat hij hen tvoirs(creven) land also in handen gesett/ hadde p(rese)nteerde dair om dat zij hem daden rekeni(n)ge en(de) bewijs/ vanden voirs(creven) vruchten die zij gehadt hadden wae(r) hij dan die/ geschiet zijnde te hemwaerts ingebreke hij woudt hen opleggen/ en(de) betalen hevet tvo(n)nis d(er) scepen(en) van loeven(en) gewijst dat de vors(creven)/ pet(er) maes gestaen soude met alsulk(er) p(rese)ntacien als hij gep(rese)nteert/ hadde cor(am) abs(oloens) ja(cobo) pynnoc witte wynge willem(air) sept(embris) xxvi