SAL7742, Akte: V°73.3 (151 van 606)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°73.3  
Act
Datum: 1448-10-01

Transcriptie

2020-01-03 door xavier delacourt
It(em) uut dien dat jan claes woenende te wuestmeerbeke op heden inden rechte niet/
gecompareert en es voe(r) meye(r) ende scepen(en) van loeven(en) tegen henricke pycoese/
meester woute(re)n van beetse ende janne de witte die als naeste erfgenamen wout(er)s/
wijlen witten geleydt sijn totten goeden mychiels witte hoewael hij voe(r) scepen(en)/
van loeven(e) den selven dach genomen heeft hadde tegen de voirs(creven) sijn wed(er)p(ar)tie/
gelijc de selve sijn wed(er)p(ar)tie inden rechte thoende welc dach diende vanden/
goeden h(ier) nae bescreven te weten vanden achstendeele van eenen boende(r) beemts/
gelegen te wuestmeerbeke int mackenbroeck daer jan de custe(re) de sevendeele/
af helt It(em) van eene(n) halven boend(er) beemts gelegen inde boecdonck tusschen de/
goede der kijnde(re)n mychiels wijlen de vos en(de) de nete It(em) een cleyn busschel/
ken met i(½) dach(mael) lants daeraen liggende gelegen tusschen de goede henrix/
van orshaghen en(de) jacob baecx It(em) van thien pl(a)c(ken) erflijc aen zeke(re) goede/
henrix bonen de voirs(creven) van welken goeden de voirs(creven) p(er)sone beg(er)den en(de) ver/
sochten in hoe(re)n beleyde gehouden te werden So hevet tvo(n)nisse der scepen(en)/
van loeven(e) gewijst zo verre der voirs(creven) geleydder wed(er)p(ar)tie niet en quame ten/
opstaene vanden meye(r) en(de) scepen(en) gelijc zij en dede datmen dan hen vanden/
voirs(creven) goeden houden soude in hoe(re)n beleyde also v(er)re het noch voe(r) hen scepen(en)/
comen es was cor(am) om(n)ib[(us)] scab(inis) oct(obris) p(rim)[a]
Nagekeken doorInge Moris , Agata Dierick
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2013-07-29 door Inge Moris