Van janne pauwels katlijnen zijnen/ wive ende van woute(re)n hoene/ Item also als van alsulken iiii grijpen als dair voe(r) jan pauwels en(de)/ katlijne van dyoen natuerlic zijn wijf aengesproken hebben woute(re)n/ hoene en(de) hij d(er) voirs(creven) katlijnen also zij en(de) hoe(re) man seiden noch/ sculdich was van viii grijpen die hij der voirs(creven) katlijnen geloeft/ hadde eer zij met den voirs(creven) janne getruwt was voe(r) zeke(re)/ aensprake en(de) actie die zij te hemw(er)ts hadde die gheen noot en/ wae(re)n te cle(re)n (et)c(etera) Dairop de voirs(creven) wouter zeke(re) eed en(de) onschout/ boet tvo(n)nis der scepen(en) van loeven(en) wijsde zo waer de/ voirs(creven) wouter zijnen eed dade also hij geboden hadde dat/ hij d(er) aenspraken ongehouden zijn zoude dwelc gewijst waert/ op en donredage nu lestleden So es op heden comen voe(r) trecht/ de voirs(creven) wouter hoene en(de) heeft t(er) p(rese)ncien vand(er) voirs(creven) zijnre/ wed(er) p(ar)tien zijne(n) voirs(creven) eed gedaen des hij volquam cor(am) eisd(em)/