Item henrick coulon die geleidt es met janne gielbert tot den goeden/ willems moreels ende willems abeerts en(de) m(ar)grietens moreels moed(er)/ des voirs(creven) willems moreels in deen zijde ende jorijs van udekem in/ dande(re) Sijn met malcande(re)n ov(er)comen en(de) eens wordden de vorwerde(n)/ h(ier)na genoe(m)pt want willem moreel en(de) sijn moed(er) voirscr(even) den/ voirs(creven) jorijse sculdich en(de) belangh zijn jairlijx vijf gulden pet(er)s/ lijftochten gelijc zeke(re) scepen(en) brieve van loeven d(air)op gemaict dat clairlic/ uutwisen So hebben de voirs(creven) p(er)sone den voirs(creven) jorijse tot den voldoene/ d(er) voirs(creven) lijfpensien bewijst en(de) ov(er)gegeven de goede hier na genoe(m)pt/ toebehoe(re)nde den voirs(creven) wille(m)me en(de) wille(m)me yerst twee boend(er)/ lands in een stuck lands houdende omtrint drie boende(re) gelegen te/ noedenbeke ond(er) de he(re)n van hastieres neven de goede jans del bruyere/ welcke twee boende(r) men nemen en(de) afmeten sal vanden voirs(creven) stucke/ in tweerse op de zijde te bossuyt wert getaxeert de selve twee/ boende(r) voe(r) xl pet(er)s Item noch (½) boend(er) lands in een stuck lants/ houdende omtrint drie dachmail gelegen te nodenbeke ond(er) hastie(re)s/ acht(er) de goede willems de masits getaxeert voe(r) x pet(er)s Item noch/ een half boend(er) lants gelegen a matreavaul tuschen de goede der/ cap(it)len van nyvele getaxeert voe(r) x pet(er)s welck half boender/ vercocht es na dat jorijs van udekem en(de) desgelijx de voirs(creven) henr(ick)/ coulon en(de) jan gielbert d(air)toe beleidt sijn So es d(air)af bevorwert/ so wair de voirs(creven) jorijs metten selven zijnen beleide of henrick/ metten sijnen dat den coepe(re) niet en consten afgewynnen met/ rechte dat de selve jorijs d(air)voe(r) overhebben sal de helicht van/ eene(n) stucke hoefs gelegen te nodenbeke aende strate aldair tusche(n)/ tshe(re)nstrate en(de) tgemeyn broeck Ende hebben geloeft de voirs(creven) henrick/ coulon en(de) m(ar)griete den voirs(creven) jorijse tot zijnre manissen te/ doen doen vanden ghenen die d(er) voirs(creven) goede mechtich sijn/ behoirlike guedinghe en(de) vestich(eit) voe(r) hof en(de) he(re) en(de) voe(r) meye(r)/ en(de) scepen(en) van loeven also den selven jorijse gelieven sal ende/ sond(er) zijnen cost Ende sullen hem de voirs(creven) p(er)sone vanden/ ghenen die d(er) voirs(creven) goede mechtich sijn wairscap doen gelove(n)/ en(de) de voirs(creven) goede warande(re)n op she(re)n tsijs vanden gronde als/ voe(r) alle trecht dair voe(r) uutgaende en(de) d(air)toe also vele te doen/ dat den voirs(creven) jorijse vast en(de) seker sijn sal hier inne bevorw(er)t/ dat henrick coulon niet gehouden en sal sijn inden w voirs(creven)/ wille(m)me abeerts te vervaen inden voirs(creven) saken lu(dovico) roelofs/ tymple oct(obris) xi/