Cond zij allen lieden dat jan van woelmont proefst tgoidshuys van /cortenberghe in tegewoird(icheit) d(er) scepen(en) van loeven gestaen heeft gegeve(n)/en(de) bekend dat hij gegeve(n) heeft henricken clissen geheten claes wille(m)me/vand(er) heyden geheeten schelkens en(de) gheerde van espen de thiende gehete(n)/van assent inde p(ro)chie van campenhout den voirs(creven) cloeste(re) toebehoe(re)nde /te houden te hebben en(de) te besitten van s(en)t jansmisse dat was int/jair ons ons he(re)n duysent vierhond(er)t drien(de)vijftich eene(n) t(er)mijn va(n)/tweelf jae(re)n langh due(re)nde stappans [deen na dander d(aer)na] sond(er) middel volgende elcx/jairs dae(re)n bynnen om vijfen(de)twintich rinsch(e) guld(en) goet va(n) goude/en(de) gerecht va(n) mu(n)ten alle jare deen helicht te kersmisse en(de) dand(er)/helicht ts(en)t jansmisse baptisten den voirs(creven) proefst of [by(n)ne(n)] eenre maend/na elken t(er)mijn ombegrepen te betalen den voirs(creven) [proefst tot behoef svors(creven) godsh(uys) den voirs(creven)] t(er)mijn due(re)nde/en(de) telken t(er)mijne alse vervolghde schout en(de) altoes een voir all/It(em) es vorwerde dat de voirs(creven) thiendeners den voirs(creven) cloeste(re) jairlix/doen selen met hue(re)n wagene en(de) p(er)den drie corweyden uut hue(re)n des/[voirs(creven) godsh(uys)] beemdden [gelegen] ten halven wege tot int selve cloeste(re) en(de) zij selen stroe/en(de) caf vand(er) selv(er) thienden bynnen den voirs(creven) dorpen moeten slijte(n)/of vercoepen [en(de) laten] zo verre yemant dair sittende [dat] beg(er)t [te hebben] en(de) wel betaelt/gelijc dat gelden sal [ande(re) coepen souden zond(er) argelist] cor(am) lynt(re) meersberge junii ulti(m)a

Willem heeft geconsenteert dat men dese brieve vand(er) thienden alsoe v(er)re zij op hem slaen/late volgen lijsbetten dond(er) en(de) ja(n)ne va(n) espenen die hij de voirs(creven) thiende fe(bruario) xxiii/a(nn)[o] lvii ov(er)gegeve(n) heeft

It(em) de voirs(creven) drie thiendeners hebben malcande(re)n geloeft elc zijn/derdendeel en(de) advena(n)t vand(er) thienden voirscr(even) en(de) vorwerden voirscr(even)/also [intijts] te betalen en(de) te voldoen dat den ande(re)n d(aer)af gheen schade of/p[e]ni(n)ge geschien en sal en(de) oft e(n)nigh(en) van hen by faulten van dien/e(n)nigen cost of hind(er) aen gedaen wordde of and(er)s gebuerde die/schade wed(er) op te richten en(de) d(aer)af malcande(re)n in te staen ende/oft e(n)nich zijn derdengedeelte van hen vand(er) voirs(creven) betalingen also/gebreckelic wae(re) dat den eene(n) t(er)mijn den ande(re)n vereycte dat/dan [de ghene] dien dat gebuerdt egheen deel oft recht inde voirs(creven) thiende/meer behouden en zoude mair zoude die geheellic bliven/den ande(re)n eisd(em)