Item laureys jueten van berthem smet in teg(enwoirdicheit) heeft gehuert en(de) bekend/ dat hij gehuert heeft van tegen h(ere)n symoene pynnoc ridde(r) en(de) vrouwe/ katlinen van quaderebbe zijnre medegeselli(n)nen de bruwca(m)me d(er) selv(er)/ gehuysschen met hoe(re)r toebehoirten gelegen te velthem Te houden en(de)/ te hebben van kersmesse naestcomen(de) eenen t(er)mijn van sess jaren lang/ deen na dand(er) eenp(er)lic volgende Elx jaers dae(re)n bynnen voe(r) en(de) om/ derthien amen biers elken pot van xviii mijten goet en(de) drinckelic/ d(er) maten van loeven en(de) met eenre amen oft met eenre halver/ amen smaels den voirs(creven) gehuysschen zo wa(n)neer hen gelieven sal/ te loeven te hue(re)n huyse te leveren met vorwerden zo waer de voirs(creven)/ laureys op e(n)nige vanden voirs(creven) jaren half den tijt ortkens bier/ bruwede dat hij dan sal moegen geven voer vi amen vanden/ voirs(creven) xiii amen biers vi amen vanden ortkens biere Ende alw(er)t/ dat hij a een of meer jaren [ortkens] bier aldaer bruwede zo sal hij nochtan/ vii amen biers den pot van xviii mijten tsjaers moeten leve(re)n It(em)/ dat de voirs(creven) laureys de voirs(creven) ca(m)me met den huysen instrume(n)ten/ vand(er) bruwerien en(de) ande(re)n zijnen toebehoirten houden en(de) laten sal/ van wende dake en(de) and(er)s gerepareert alsoe hij die vynd tzijnen/ aencomene en(de) gelijc een cyrograff d(aer)af tusschen hen gemaect/ alsoe de voirs(creven) laureys zeide dat begrijpt It(em) dat de voirs(creven) p(ar)tien/ van malcande(re)n zelen moegen scheiden te halven tide op dat de/ ghene die scheiden wilt dat den ande(re)n een half jaer te voe(re)n/ kundigen sal It(em) es voirwerde dat de voirs(creven) laureys jairlix den/ voirs(creven) t(er)mijn due(re)nde hebben sal vanden voirs(creven) gehuysschen drie/ ellen lakens tot eenen tabbaerde [den] d welke(n) hij gehouden sal zijn te/ doen bordue(re)n met hue(re)r lienreyden It(em) want de selve gehuyssche(n)/ de voirs(creven) laureise nu tzijnen aencomen geleend hebben thien/ gulden pet(er)s d(er) mu(n)ten etc(etera) te xviii stuv(er)s tstuck So es bevorw(er)t/ dat hij hen die wed(er) geven sal tzijnen afscheiden welke vorw(er)d(en)/ en(de) (con)dicien voirscr(even) de voirs(creven) laureys geloeft heeft den voirs(creven) ghe/ huysschen vast en(de) gestentich te houden en(de) volcomelic te voldoen/ tallen tiden en(de) t(er)mijnen als die vallen en(de) verschijnen selen ende/ telken t(er)mijne alse vervolghde schout En(de) hier af zijn borgen des/ voirs(creven) laureys alse p(ri)ncipale schulde(re)n ongesund(er)t en(de) elc voir al/ jan jueten zijn soen te voe(re)n uut des selfs zijns vad(er)s broode/ behoirlic gedaen claes vanden berge b(er)telmeeus van aken ty(m)m(er)ma(n)/ woenen(de) beide te loeven en(de) arnd liedens woenen(de) op b(er)them bosch/ etp(ri)mi duo insup(er) p(ri)m(us) lynt(re) meersberge dec(embris) xxiii/