It(em) de voirs(creven) jan heeft geloeft en(de) toegeseeght zo v(er)re de voirs(creven) rente va(n) /vijf rijd(er)s niet gequijtt en wordten tuschen dit en(de) dat zij yerstw(er)f /v(er)schijnt dat hij dan den voirs(creven) hildeg(ar)de laten sal d op dat hem /gelieft dand(er) vier rijd(er)s inden selven coope dat hij den voirs(creven) eenen rijd(er) heeft te weten den pe(n)ning xvi cor(am) eisd(em)/