It(em) navolgen(de) den vo(n)niss(e) d(er) scepen(en) van loeve(n) onlangs gewijst/ tuschen wille(m)me vanden dale en(de) janne van berckendonck/ so heeft de voirs(creven) willem zijn schout inden rechte gecleerd/ en(de) gegroetst bij zine(n) eede op xxiiii rijnsch(en) gulden(en) vii st(uvers)/ en(de) een plecke en(de) dat gedaen zijnde so hoopte de voirs(creven)/ jan dat willem de goede voert exeque(re)n zoude d(aer)op/ willem meynde neen want zij niet alsoe goet en ware(n)/ en(de) boet hem de goede te laten voe(r) ii rijnsch gulden(en) myn/ Op dwelke de scepen(en) gemaent wijsden voe(r) een vo(n)niss(e)/ dat willem de goede uutene(n) sal en(de) dae(re)n teynde(n) recht/ cor(am) eisd(em)