It(em) henrick vande(n) gehuchte va(n) wegen joffr(ouwen) machtelde(n) vande(n) borchove(n)/ heeft hier gesett xv groote voe(r) tot behoef sgoidshuys vande(n) witte(n)/ vrouwen te loeve(n) voe(r) hue(r) aengedeelte van alsulken tsijse als/ tselve godsh(uys) heeft op ii vierdel wijng(ar)ts d(er) voirs(creven) joffr(ouwen) machtelde(n)/ en(de) op meer ande(re) goede gelegen int block van houthev(er)le/ om d(aer)mede van hue(re)n aengedeelte te gestaen en(de) datme(n)/ tvoirs(creven) gelt den voirs(creven) godsh(uyse) gheve als voe(r) hoe(r) aengedeelte/ alst den godsh(uyse) gelieft zande colen fe(bruarii) xviii