It(em) want de voirs(creven) roeloff der voirs(creven) lijsbetten en(de) heuren docht(ere)n in meerd(er)/ vesticheit der voirs(creven) renten van iii(½) peters zijn huys geheten de jacht/ met zijnre toebehoirten verbonden en(de) verobligeert heeft bij also als/ hij and(er)halven peter vander voirs(creven) renten afgeleeght hadde dat dan/ den voirs(creven) onderpand vander geheelder renten los zijn soude gelijc/ zeke(re) scepen(en) brieve va(n) loeven dair op gemaict a(n)no xiiii[c] vijfticht/ in septembri a(n) xxviii daghe dat voirder begripen moegen So/ heeft geloeft de voirs(creven) h(er) willem inden name vanden voirs(creven) goidshuyse/ den voirs(creven) roeloven en(de) zijn voirs(creven) huys geheten de jacht vanden/ voirs(creven) iii(½) peters erflic scadelois te houden en(de) tontheffen Et/ p(ro)inde obligavit ex p(ar)te d(i)c(t)i mo(na)sterii d(i)c(t)a bona p(ro)mitt(ens) sat(isfacere) de/ subpigno(r)e eisd(em)