SAL7759, Akte: V°133.2 (350 van 753)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°133.2  
Act
Datum: 1469-12-07

Transcriptie

2023-02-20 door Karel Embrechts
Boudewijn coulon/
It(em) nadat willem van dyoen meye(r) van duwecheal ten naisten daghe van rechte/
voerleden aengesproken heeft baudewijne coulon poirte(re) der stad va(n) loeven va(n)/
eenen rijnsch gulden(e) die hij and(er)wile hem bedezette(r) zijnde te duwecheal/
opgehaven hadde en(de) gesett en(de) geordineert was met en(de) boven der beden onss/
gened(ichs) h(ere)n op te heffen ende te innen tot behoef vand(er) refectien van eenre bruggen/
ald(air) also de voirs(creven) meye(r) dede zeggen biedende d(air)af thoenisse en(de) hopen(de) dat/
de voirs(creven) baudewijn den voirs(creven) rijnsch gulden(e) opleggen soude ten orbe(re) voirs(creven)/
oft d(air)af goede rekeni(n)ghe en(de) bewijs doen D(air)op de voirs(creven) baudewijn dede zeggen/
dat hij d(air)inne niet gehouden en wa(r)e mair hoopte dat hij d(air)op niet antworden/
en soude de meye(r) en soude hem restitue(re)n zijn p(ar)t dat hij hem dair voe(r) afge/
pandt hadde en(de) oic also goed alse was ten tijde vander pendingen (et)c(etera) Ende/
de scepen(en) van loeven dairop doen wijsden voer een vo(n)nisse dat de voirs(creven)/
boudewijn antwerden soude op daensprake en(de) hadde hij e(n)nich gebreck/
vanden p(ar)de dat hij dairaf zijn recht vervolghde bijden burg(er)meest(ere)/
van loeven welcke verantw(er)den hij op die tijt mids den scheidene vanden/
gerichte niet gedoen en conste So es de selve baudewijn op heden comen/
in trecht p(rese)nte(re)nde hem bereet zijn verantwerden te doen zo v(er)re de vors(creven)/
meye(r) voer oeghen quame en(de) oft hij niet en quame dat hij dan der/
aenspraken ongehouden zijn soude bege(re)nde d(aer)af tvo(n)nisse So hebben/
de scepen(en) van loeven gewijst voe(r) een vo(n)nisse zo verre de voirs(creven) willem/
niet en quame ten opstaene smeyers en(de) van hen dat dan de voirs(creven) boud(ewijn)/
vander aenspraken ongehouden zijn soude ald(air) de selve willem niet en/
quam mair de meye(r) van loeven zeide na den vo(n)nisse dat hij zeke(re)/
brieve van onschoude hadde vanden voirs(creven) wille(m)me inhouden(de) dat hij te/
bruessel te doen hadde (et)c(etera) cor(am) om(n)ib(us) scab(inis) ex(cep)[to] roelants dec(embris) vii
Nagekeken doorJan Boncquet
ModeratorJan Boncquet
Laatste update:: 2016-04-19 door Xavier Delacourt