It(em) de voirs(creven) henrick vander biest en(de) katlijne wynckeldey zijn wijf/ in p(rese)ncia hebben gekindt en(de) gelijtt inden name en(de) tot behoef (ser)vaes/ ende margrieten wynckeldey brueder ende zuster der voirs(creven) katlijnen/ en(de) oic tot behoef jans van bynckem en(de) gertruyden wynckeldey zijns/ wijfs oic zuster der voirs(creven) kynde(re) dat zij henrick en(de) katlijne/ voirs(creven) de geheele pe(n)ninghe gecomen vanden voirs(creven) v(er)cochten ryde(r)/ alleen opgehaven ende geboert hebben en(de) in heuren noetoirbe(re) ende/ p(ro)fijte bekeert zonder den voirs(creven) servase margrieten janne en(de)/ gertruyden dairaf yet gehaven oft geboert te hebben Ende/ hebben dairom de selve henrick ende katlijne zijn wijf gelooft/ dat zij den selven ryder jairlicx als hij verschenen es gelden en(de)/ betalen selen ende de voirs(creven) goede dairaf ontlasten en(de) onge/ praemt houden en(de) voirt den selven ryder ter stont nae de doot/ der voirs(creven) katlijnen der moeder lossen ende afquiten oft alsdan/ elken vanden voirs(creven) s(er)vase margrieten en(de) katlijnen [gertruyde(n)] vanden goeden gebleve(n)/ nae de doot des voirs(creven) wilen jans wynckeldey heurs vaders en(de)/ bliven zullen nae de doot der voirs(creven) katlijnen heurer moeder vande(n)/ selven goeden in deylinghen voer uut bekynnen als den vors(creven) ryd(er)/ erflic gedraight ende dairop tot heuren behoef behoirlic en(de)/ met rechte verthijen Et t(antu)m Cor(am) eisdem