SAL7767, Akte: R°121.1-V°121.1 (265 van 734)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°121.1-V°121.1  
Act
Datum: 1480-12-05

Transcriptie

2021-03-04 door Greet Stevens
Vanden gedinghe dat geweest heeft inde banck voer meye(r) ende scepen(en)/
van loeven tuschen janne knoep woenen(de) te herbenshem inde p(ro)chie/
van beckevoirt als geleidt tot allen den goeden have ende erve/
willems wilen vanden velde aenlegge(r) ter eenre ende wille(m)me/
baken verweerde(r) ter ande(r) zijden Aldair de voirs(creven) jan geleidde dede/
lesen zijn beleid vander daet xvii aprilis lestleden geschied/
voer een mudde corens lijftochten bebrieft met scepen(en) brieven van lov(en)/
die de voirs(creven) geleidde ten selven rechte overheeft Seggen(de) dat/
hem ende zijnen beleide die goede ende besunder die hij met specifi/
cacien overgaff ende na desen vo(n)nisse genoteert staen om zijn/
wettighe schult die hij bij eede p(rese)nteerde te doen verifice(re)n bijden/
ghenen dat behoirde dairaen te verhalen te voirde(r) want hij boot/
te bewisen dat die p(ar)chelen van goeden den voirs(creven) wilen willem(me)/
ende wilen zijnder huysvrouwen ten tijde als zij leefden toebehoirde(n)/
ende dat thuys ende hoff vercregen was bijden vors(creven) wilen willem(me)/
voer ende eer de selve willem heylwigen wilen cools zijn leste/
huysvrouwe getruwt hadde ende al mocht so zijn dat de selve/
wilen willem zijn leste huysvrouwe daer inne hadde doen goeden/
des hij nochtan niet en bekinde Dat soude zijn geweest ten tijde/
als de selve willem de selve zijn leste huysvrouwe getruwt hadde/
om dair uut te sluyten willems voerkint vanden yersten bedde/
Dat voirt de selve willem de leste zijn huysvrouwe overleeft/
hadde ende was also gestorven uut den vors(creven) huyse ende hove als/
uut zijnen p(ro)pe(re)n erve bij hem als vo(r)e vercregen Dat voirt de/
selve willem besat thalf boender lands als zijn p(o)per erve en(de) was/
dair uut gestorven als uut zijnen p(ro)pe(re)n erve Dat oic arnd/
vanden velde deen lijf dair de helicht vander lijfpensien opstaet/
noch livich ende leven(de) es ende dat goird vanden velde zijnen brued(er)/
dair dander helicht op stont aflivich wert des nu s(in)te mychiels/
misse lestleden vii jair was hem des gedragende tot den rechte/
[Ende dat de vors(creven) willem baken en(de) zijn wijf als erfgenamen des vors(creven) wilen willems de have oic hiernae gea(n)noteert hadden g aenveerd dwelc hij boot te thoenen Hopen(de) d(air)om dat zij hem van zijnen vors(creven) gebreken vernuegen souden]/
Daer tegen de voirs(creven) willem baken verweerde(r) hem verantwerdende/
exhibeerde eenen brief onder de segelen des abds ende co(n)vents/
des ministers van s(in)t truyden van eender erf uutghevingen bij hen/
geschied der voirs(creven) heylwigen a(n)no xxxviii ende dede seggen dat/
de have ende vligen(de) erve gebleven nae de doot des vors(creven) wilen/
willems vanden velde vercocht werden op hoeghen ende dat de/
pe(n)ningen dairaf comen(de) werden bekeert in desselfs willems/
schult aen eenen geheten jan van beve(re)n anders elen van webbekem/
die die met rechte uutgewonnen hadde nae desselfs willems doot/
Ende dat de vors(creven) willem baken was een derde man die een deel/
vander selver haven cochte als een veen vreemde om zijn pe(n)ninghen
//
na duutwynnen voirs(creven) ende dat willem baken de have die/
hij nu besitten(de) es vercreghen heeft zydert der aflivicheit des/
voirs(creven) wilen willems zijns sweers ende met pijne en(de) arbeide/
ende som van zijnsn vader ende moeder zijden gecomen en(de) zom/
aengestorven zijn Dese ende meer ande(r) poenten hij p(rese)nteerde/
te thoenen hopende oft hij dat conde gedoen der aenspraken/
ongehouden te zijne Dair uuterlic beide p(ar)tien tot heuren thoene/
gewijst zijnde de voirs(creven) aenlegger luttel oft niet thoende van/
zijnen vermete dan vanden vercrige vanden huyse ende hove tassent/
gelegen ende de verweerde(r) thoende meest zijn vermeten poenten/
So verre dat scepen(en) inder saken gemaend zij gewesen hebben/
voer een vo(n)nisse dat den geleidden volgen sullen zijn wettige/
gebreken vander lijftocht dairaff dlijff noch leeft opt gelege/
met den toebehoirten so verre hij die gebreken van dier lijftocht/
verificeert bij eede Ende op dat dande(r) goede is hij verdoolt/
In scampno cor(am) om(n)ibus scabinis dec(embris) v/
Dit zijn de goede dair/
voe(r) aff geruert wert/
Ierst eenen gruenen rock gevoedert It(em) eenen gruenen coers It(em)/
vi tynnen scotelen It(em) iiii eeren potten It(em) iii bedden met heuren/
toebehoirten die int sterfhuys vercocht waren d(air)af dat alijd/
die dochter was des vors(creven) wilen willems tvie(re)ndeel vanden pe(n)ni(n)gen/
hadde It(em) huys ende hof met zijnen toebehoirten gelegen tassent/
voe(r) de kercke tuschen de goede reynkens dalen en(de) jans de raymake(re)/
uut welken huyse de vors(creven) wilen willem gestorven es It(em) omtrint/
een half boender lants gelegen boven de voirs(creven) goede tuschen de/
goede pauwels de frere in twee zijden de goede jans de raymake(re)/
en(de) de goede van zek(ere)n lombairden tantwerpen woenen(de) in dande(r)/
zijde
Nagekeken doorJos Jonckheer
ModeratorJos Jonckheer
Laatste update:: 2019-01-24 door The Administrator