It(em) also als ten vervolghe jacops del piere castelain van wailhain alse geleidt/ na den rechte der stad van loeven voe(r) de so(m)me van hondert en(de) lxxxiiii/ rinsch gulden(en) tot allen den goeden have en(de) erve henricx bosquet en(de)/ jans massart gescr(even) es geweest den meye(r) van graven oft zijnen/ stedehoude(r) hem de selve goede te leve(re)n en(de) te doen volghen. Ende / oft de vors(creven) henrick en(de) jan oft yemant anders dair tegen yet hadde(n)/ willen seggen oft allege(re)n dat zij des quamen op heden alhier/ voe(r) meye(re) ende scepen(en) int recht Aldair de selve henrick noch en(de)/ jan noch nyemant van heuren wegen comen en es den vors(creven)/ jacoppen compare(re)nde en(de) trecht voirt versueckende So hebben/ de scepen(en) van loeven yerst aengehoirt gielise eveloeghe bode/ der stad van loeven die cleerde bij zijnen eede dat de vors(creven) meye(r)/ dexecucie navolgen(de) den vors(creven) versuecke gedaen hadde en(de) partien/ dach bescheiden ter manissen smeyers gewijst voer een vo(n)nisse/ So verre des vors(creven) geleidden wed(er)p(ar)tie niet en quame ten opstaene/ tsmeyers en(de) van hen scepen(en) datmen hem dan vanden vors(creven) goeden/ houden sal in zijnen sal j vors(creven) beleide tot zijnen wettigen gebreke/ behoef also verre alst noch voer hen scepen(en) comen es Cor(am) absoloens/ borch berghe roelants vync caverson tybe decembr(is) v