It(em) de vors(creven) jan van borre heeft in meerder vestich(eit) den vors(creven)/ diericken in handen gestelt en(de) gelevert met rechte voe(r) den/ vorste(r) en(de) poirt(er)s hier na genoemt voe(r) der vors(creven) rente/ twee silve(re)n schalen vanden ouden fantchoene wegende/ tsamen zesthien oncen ende vijfthien yngelsche troysche/ Dairaf deene een gat heeft inden bodem ende dande(re)/ inden midden een rat vergult veramaest met der wapen(en)/ van loeven Om den vors(creven) pet(ere)n oft trecht en(de) dactie namails/ vanden voirs(creven) scepen(en) brieven namails hebben(de) de vors(creven) rente/ en(de) dinhoudt vanden voirs(creven) scepen(en) brieven d(air)aen te moeghen/ nemen zo wa(n)neer he(m) gelieft en(de) zij d(air)aff in gebreke zijn/ Ende de vors(creven) rente afgeleeght oft and(er)ssins bewijst zijnde/ So salmen den vors(creven) janne de vors(creven) schalen laten volghen zo v(er)re/ die d(air)voe(r) niet geexequeert en zijn Cor(am) voshem for(estario) et/ d(i)c(t)is scabinis t(am)q(uam) scabinis et opidanis eodem