Aldair op heden bijden raide vander stad comen zijn de huysvrouwe/ jans van oecle versuecken(de) dat anthonijs vander beke die van heuren/ man en(de) van heur ten erfchijse genomen heeft de ca(m)me geheten/ ten bonen en(de) sculdich aff te leggen eenen ryder van des zij d(aer)op/ behouden hadde na inhouden vanden brieven d(aer)aff zijnde ter eenre/ ende de voirs(creven) anthonijs die genoech bekinde dafleggen mair/ int wairscap van dien waren onder dande(re) acht rinsch gulden(en)/ op xx st(uvers) ende iii pl(a)c(ken) voir den stuv(er) vijff ryders op xxvi/ gelike stuv(er)s d(aer) inne begrepen gewarandeert en(de) hij moest jairlicx/ swaer gelt d(aer) voe(r) betalen Ten ande(re)n male was inde voirs(creven)/ brieve begrepen condicie dat so verre hij voer enighe pe(n)ninge/ meer moest betalen dan na begrijp vander wairscap dat hij/ dat cortten soude aen de rinte die zij dairaen behielden oft zij/ souden hem dat restitue(re)n ende soude hij dan den voirs(creven) ryder/ afleggen so soude hij boven dwairscap jairlicx meer moeten/ betalen dan den tsijs d(er) voirs(creven) gehuyschen gedroege en(de) hij/ die nu insdeels jairlicx aen hem selven tsurplus weet te v(er)hale(n)/ soude va(n) dien zekere onseker maken ende van jaire te jaire/ nyeuw vervolgh en(de) p(ro)ces moeten ae(n)nemen ter ande(r) zijden Es/ den voirs(creven) p(ar)tien verclairt dat de vors(creven) vrouwe versuecken(de) tvors(creven)/ afleggen is verdoolt en(de) dat heure rinte sculdich es voer dwairscap/ te bliven staende tot dat zij aende rentieren so vele sall hebbe(n) gedaen/ dat de vors(creven) anthoenijs inde jairlijcsche betalinghe gestaen sall/ navolgende der wairscap Act(um) in consilio aug(usti) iii