It(em) ter meerder vestich(eit) van dese(n) heeft de voirs(creven) meest(er) jeromin(us) de(n) voirs(creven)/ adriane pantsghewijse met andriese van voshem vorste(r) in hande(n) gesedt/ een silve(re)n crucifix met onse(n) hee(re) aende borde(n) vergult mette(n) vier/ ewa(n)gheliste(n) opde vier hoecke(n) staen(de) in manie(re)n van lyken wegen(de)/[vacat] om hem mette(n) voirs(creven) brieve aen/ meest(er) jeronimus en(de) zijn goede te behulpen oft aen de voirs(creven) pande met/ vercoopen en(de) anderssins om de voirs(creven) lijfpen(sien) d(air) aen met alle(n) pachte(n)
//
die dair af verschijnen sulle(n) te moege(n) verhalen Ende de voirs(creven) lijfpen(sie)/ gequete(n) en(de) afgeleegt zijnde oft versterven sal de voirs(creven) adriaen/ sculdich zijn de voirs(creven) pande te restitue(re)n Cor(am) eisdem