Allen den ghenen (et)c(etera) dat raes vander rivie(re)n nut(er)tijt meye(r)/ va(n) nederlynthe(r) heeft geco(n)stitueert in meliori forma meeste(re)n/ daneele vand(er) rivie(re)n zijne(n) sone p(ri)us ema(ncipa)[t(um)] meeste(re)n henr(icke)/ van haller willem(me) van leefdale en(de) ja(n)ne van udekem voir/ spreke aut om alle zijn saken questien en(de) geschillen die hij/ nu uutstaen(de) heeft oft naemaels hebben sal moegen in/ ae(n)leggers oft verweerders stadt te verwaren te bescudden/ te bedingen te v(er)volgen te wynnen te verliesen (et)c(etera) en(de) desgelijcx/ om alle zijn chijse inne te halen opte bue(re)n en(de) tontfangen (et)c(etera)/ in meliori forma P(ro)mitt(ens) rat(um) salvo iusto calculo cor(am) hoeve(n)/ burg(imagistr)[o] berghe tants scab(inis) nove(m)br(is) iiii