Want jouffr(ouwe) lijsbeth van dyeve(n) weduwe meest(er) vrancx/ wile(n) va(n) dyeve(n) geleidt nae des(er) stadt recht voe(r) heur wettich/ gebreck uut crachte van scepen(en) brieve(n) van loeven(e) onder den/ ande(re)n tot alle(n) den ande(re)n [goeden] beide have en(de) erve henri jadi de/ beyne soe wair die gelege(n) zijn hem met brieve(n) van des(er) stadt/ gescreve(n) aende bailluy van hannuyt oft zijne(n) stedehoude(r)/ alle de selve goede heeft doen leve(re)n en(de) den selven henry dach/ van rechte alhier te compare(re)n oft hij tege(n) de voirs(creven) leveri(n)ge/ yet hadde wille(n) allige(re)n oft de voirs(creven) scep(enen) brieve impugneren/ tot welcke(n) dage de voirs(creven) henri noch nyema(n)t van sijne(n)/ wege(n) gecompareert en is der voirs(creven) geleidd(en) altijt co(m)pareren(de)/ en(de) trecht voirt versueken(de) Zoe verre dat scep(enen) van loeven(e)/ t(er) maniss(en) smeyers nae dat hen behoirlic heeft gebleke(n) bij/ c(er)tificatie(n) vande(n) voirs(creven) meye(r) [balluy] dexecutie en(de) dach bescheidinge/ geschiet te sijne gewesen hebben voir een vo(n)nisse datme(n)/ der voirs(creven) geleydder vande(n) voirs(creven) goede(n) houden soude inde/ macht van heure(n) beleide leveringe(n) en(de) scep(enen) brieve voirs(creven)/ alsoe verre alst noch voe(r) scepen(en) comen es Cor(am) om(n)ibus/ dempto roelants novembr(is) xxxvii