It(em) acht(er)volgen(de) den vonniss(en) gegeven sdijsendaigs februarii x[a] lestlede(n)/ tusschen ja(n)ne bolle(n) die beclaecht hadde als man va(n) buyte(n) de(n)/ p(ro)cur(eur) sproefts van si(n)te lambrechts te luydick oic man va(n) buyte(n)/ voe(r) de so(m)me van driehondert rijnsch g(ulden) eens na dien dat de/ scepen(en) verhoirt hebben janne de putte(re) vorste(r) en(de) jacope eveloege/ en(de) pet(ere)n van halen die openbairlic claerde(n) de voirs(creven) clachte geschiet/ te zijne en(de) dat de(n) dach d(air) af diende in dijsendage lestlede(n) zoe/ versocht wille(m) van leele als p(ro)cur(eur) des voirs(creven) jan bollen wa(n)t/ de voirs(creven) p(ro)cur(eur) oft henrick steyman zijn borxge? weder om niet/ en compareerde dat hem trecht dair af gebeure(n) mochte Soe/ hebbe(n) de scepen(en) van loeven(e) t(er) maniss(en) smeyers gewese(n) met
//
vonnisse wair de voirs(creven) p(ro)cur(eur) vand(en) proeft niet en co(m)p(ar)eerde/ ten opstaen(e) smeyers en(de) der scepen(en) dat de voirs(creven) p(ro)cur(eur) vand(er)/ voirs(creven) so(m)men soude zijn verreyct In scampno p(rese)ntib(us) opp(endorp)/ berghe hove tants februarii xiiii