Allen den ghene(n) die dese tegewoirdige l(ette)ren sulle(n) sien oft/ ho(r)en lesen borg(er)meeste(re)n scepen(en) en(de) raidt der stadt/ van loeven(e) saluyt doen condt en(de) te weten(e) dat opde(n)/ dach van heden datu(m) van des(en) voe(r) ons come(n) is in p(ro)pe(re)n/ p(er)sone meest(er) jan van grousselt sone wile(n) meest(er) jans/ docteurs in loye(n) doen hij leefde cano(n)nic der kercke(n) van/ sinte pet(er)s te loeven(e) en(de) heeft sonder ennich weder/ roepe(n) dair inne te behoude(n) geconstitueert en(de) volcome(n)/ macht gegeve(n) aelbrechte tants om van nu voirtaen/ te heffen opte beu(r)en en(de) te ontfange(n) de lijfrente van/ vijftich goude(n) rijnsch g(ulden) staen(de) tot sijne(n) live opde kercke(n)/ stadt en(de) ingheseten(en) van luydick en(de) vallen(de) jairlicx/ half opde(n) yerste(n) dach van meye nove(m)ber en(de) half opden/ yerste(n) dach van meye begrepe(n) inde brieve(n) d(air) aen des(er)/ tegewoirdighe(n) brief is gehange(n) alle executie(n) en(de) recht/ vorderinge(n) te doen(e) die hij nae inhoude(n) vand(er) voirs(creven) br(iev)[en]/ soude moege(n) doen welcke vijftich rijnsch g(ulden) lijftochten/ hij heeft bekint vercocht te hebben(e) den voirs(creven) aelbrechte/ om eene seke(re) so(m)me van penni(n)ghe(n) die hij d(air) voe(r) vand(en)
//
selven aelbrechte heeft bekint ontfange(n) te hebben(e) en(de)/ heeft mids dien voirt den voirs(creven) aelbrechte gecedeert/ getransporteert en(de) ov(er)gegeve(n) de voirs(creven) rente [brieve(n)] alle trecht/ en(de) actie dat hij uut sake(n) van des(en) [dien] heeft oft ennichssins/ hebbe(n) mach dair af tot behoef desselfs aelbrechts/ verthien(de) en(de) renu(n)tie(re)nde Promitt(ens) rat(um) renu(n)tian(s)/[den selven aelbrechte voir he(m) zijne erfg(enamen) en(de) nacomeling(en) due(r)ende de leefdage des voirs(creven) meester jans dat ae(n)veerden(de)] Met (con)dicie(n) dat de voirs(creven) meest(er) jan de voirs(creven) lijfrente sal moegen lossen en(de) afquiten tussche(n) dit en(de) den seven(de) sesthienste(n) dach der maendt van dece(m)ber naistcomen(de) incluys met alsoe [vele] penni(n)ge(n) als de voirs(creven) aelbrecht he(m) dair voe(r) gegeve(n) heeft nae begrijpe en(de) inhouden(e) van eene(n) instr(ument)e dair op gemaict dair no(ta)rijs af is meest(er) pet(er) zelle Coram tybe burg(imagistr)[o] naus(nydere) vynck scabinis dece(m)bris xvii

Geloven(de) de voirs(creven) m(eester) jan renu(n)c(ians) den voirs(creven) aelbrechte opde v(er)bintenisse en(de) ypotheke va(n) alle(n) zijne(n) goede(n) tegewoirdich en(de) toec(omende) soe wair die geleg(en) zijn altijt van des(er) cessien tra(n)spoirte en(de) des dien aencleeft altijt genoech en(de) voird(er) vestich(eit) te doen(e) tot desselfs aelbrechts coste en(de) tot zijnd(er) manisse(n) alsoe dat den selve(n) aelbrechte zijne(n) erfg(enamen) en(de) nac(omelingen) due(re)nde de leefdage des voirs(creven) meest(er) jans genoech sal moegen sijn