Condt zij allen lieden dat roelof lambrechts scrij(n)make(r)/ als tochte(r) voir hem selven en(de) inden name en(de) van/ wegen roelofs lijsbetten en(de) barbelen lambrechts zijnd(er)/ kinde(re)n die hij hier inne geloeft te vervangen(e) in p(rese)ncia/ heeft gekint en(de) gelijdt dat hij voir hem zijne(n) erfg(enamen)/ en(de) naecomelingen met henricke vand(er) horst als/ mo(m)boir van jacoppe vand(er) horst sone wilen arnts/ zijns neve(n) nu buyte(n) lants zijnde alse van huer(er) beyd(er)/ erve gelegen inde bieststrate tegen s(in)t jacops kercke over/ tusschen de goede jacops wilen tyerens stroedecke(r) ter eenre/ en(de) lijsbetten wilen peerkens ter ande(r) zijden overcome(n) es/ ende den selve(n) jacoppe en(de) zijne(n) naecomelinge(n) besitte(re)n/ van zijne(n) erve geconsenteert en(de) erflijc overgegeve(n)/ heeft ov(er)mits eene seke(re) so(m)me van pe(n)ni(n)gen die hij/ d(air) voi(r)e vanden selve(n) henricke bekint ontfange(n) te/ hebben(e) dat niet tegestaen(de) der uuytspraken bijd(er)/ stad geswo(r)en wercmeest(er)s uuytgesproken xiii daghe/ in septe(m)bri a(n)no lxxvi tusschen den voirs(creven) wilen arnde/ en(de) lambrechte de voirs(creven) jacop sal moegen behouden/ zijne(n) oesydrup en(de) wat(er)val alsoe hij dien nu ald(air)/ heeft soe wel ind(er) linghden van xv voeten vii voete(n)/ acht(er)weert als elde(r) sond(er) dien achtervolgen(de) der voirs(creven)/ submissien te dorve(n) afbreken nu oft in toecomen(de) tijden/ oft te moete(n) elde(r) afleyden op zijn erve bliven(de) and(er)ssins/ de voirs(creven) uuytpsrake van weerden en(de) in huer(er) macht/ soe v(er)re die bij desen niet en wordt verandert Welke/ erfvoirw(er)de de voirs(creven) roelof den voirs(creven) henricke tot/ behoef en(de) inden name als voi(r)e geloeft heeft tot/ eeuwige(n) dagen vast gestentich en(de) van weerden te/ houden(e) cora(m) abs(oloens) hoeve(n) septe(m)br(is) vii