SAL7773, Akte: R°78.3-V°78.1 (178 van 819)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°78.3-V°78.1  
Act
Datum: 1486-09-22

Transcriptie

2022-05-20 door myriam bols
Co(m)pare(re)nde voir den raide vand(er) stadt meest(er) jan de ruyssche/
en(de) jouffr(ouwe) lijsbeth roesarts zijn huysvrouwe en(de) jan de/
hont als p(ro)cur(eur) florijs kermans die nae staet der/
heilig(er) kercken wilen getruwet hadde jouffr(ouwe) barbele(n)/
roesarts sust(er) der voirs(creven) jouffr(ouwe) lijsbette(n) inden name/
vanden wettigen kinde(re)n die hij behoude(n) hadde vand(er)/
voirs(creven) zijnd(er) huysvrouwen en(de) oic inden name en(de)/
van wegen lyebrechts [vacat] en(de) jouffr(ouwe) katline(n)/
roesarts zijnd(er) huysvrouwe(n) ter eenre en(de) jouffr(ouwe)/
dorotheen hertsals weduwe des voirs(creven) wilen jans/
roesarts en(de) moed(er) der voirs(creven) gesuste(re)n jan roesarts hue(r) sone/
en(de) anthonijs lenarts man en(de) mo(m)boir jouffr(ouwe) jehanne(n)/
lobs zijnd(er) huysvrouwe(n) oic docht(er) der voirs(creven) jouffr(ouwe)/
dorotheen hertsals die zij heeft van meeste(re)n janne/
lobbe hue(re)n tweetsten man ter ande(r) zijden V(er)sochten/
de voirs(creven) yerste p(ar)tie dat de voirs(creven) jouffr(ouwe) de moed(er)/
bringe(n) soude onder wet alhier ond(er) hue(re)n eedt die zij/
d(air)af beg(eer)den alle alsulken brieve gebleve(n) acht(er) en(de)/
nae de doot jans wilen roesarts huers vaders om
//
die alhier te bliven tot behoef van eene(n) yegeliken recht/
d(air)toe hebben(de) Dair tegen de voirs(creven) moed(er) met hue(re)n/
adhe(re)nten seyde dat zij hadde div(er)se brieve(n) van div(er)sen/
goeden te weten(e) van leengoeden d(air)inne de voirs(creven) jan/
rosart alleen(e) sustineerde gericht te zijne en(de) oic van seke(re)n/
goeden gelegen ond(er) de iudicatu(r)e van nivele dair/
trecht sulc wa(r)e soe sij seyden dat de dochte(re)n aldair gheen/
recht en hadden inde erfgoede sustine(re)nde mits dien/
wa(n)t die twee alhier ter kynnesse(n) van rechte/
niet en behoi(r)en dat zij vand(en) brieve(n) van dien/
alhier ond(er) wet te bringen(e) ongehoude(n) souden blive(n)/
Oic hadde zij vele brieve(n) in hue(re)n wed(uw)[en] stoele en(de)/
d(air)nae v(er)cregen d(air) inne de voirs(creven) gesuste(re)n gheenssins en/
wa(r)en gericht mair vanden ande(re)n brieve(n) alhier ter/
iudicatu(r)en en(de) ter natu(r)en van desen lantrechte staen(de) p(rese)nteerde/
zij die te bringen(e) alhier behalve(n) hue(r) hue(re)r tocht Ende/
oic dat de voirs(creven) gesuste(re)n die oic e(n)nige brieve gehadt/
hadden in huweliker voirw(er)den die naemaels soude(n) behoi(r)en/
inne bracht te wordden oic van geliken daden D(air)op de/
voirs(creven) yerste p(ar)tie replice(re)nde seyden al en behoirde de/
kynnesse vanden goeden alhier niet dlantrecht wa(r)e/
nochtan sulc dat alle brieve hoedanich twa die wa(r)en/
sculdich sijn te comen(e) ond(er) wet tot behoef van eene(n)/
ygelijken recht d(air)toe hebben(de) behalve(n) altoes eene(n)/
yegelijken zijne(n) recht hen des gedragen(de) totten rechte/
met meer worden bij p(ar)tien in wed(er)zijde geallegeert/
Es bijden raide vand(er) stadt get(er)mineert ende uuyt/
gesproken dat de voirs(creven) jouffr(ouwe) sculdich sal zijn alle/
de brieve gebleve(n) achter den voirs(creven) wilen janne roesart/
ten tijde van zijnd(er) aflivich(eit) hoedanich die zijn bij/
eede te bringen(e) ond(er) wet om die alhier te bliven(e)/
tot behoef van eene(n) yegeliken recht d(air)toe hebben(de)/
behalve(n) eene(n) yegeliken zijne(n) rechte vanden goeden/
ter plaetsen dair dat behoirt In (con)s(ili)[o] opidi septe(m)br(is)/
xxii
Nagekeken doorMi-Je Van Gils
ModeratorMi-Je Van Gils
Laatste update:: 2018-07-16 door The Administrator