SAL7773, Akte: V°32.3-V°33.1 (77 van 819)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°32.3-V°33.1  
Act
Datum: 1486-08-09

Transcriptie

2021-08-03 door myriam bols
Vander questien geport vanden raide vander stadt/
tusschen joha(n)nese beke die alhier hadde doen bescrive(n)/
de bedesett(er)s van houdert ter eenre zijden ende/
janne reers henricke cole bedesett(er)s en(de) meer ande(re)/
goede manne(n) inden name vanden dorpe van houdert/
ter ande(re) om der beden wille die zij den selve(n) ja(n)nese/
eysschen vanden rinten die om der oirlogen wille/
opv(er)staen t(er)stont nae de doot des busscoppen van/
luydick salig(er) gedachten gefineert wa(r)en bijd(er) stad/
van loven(e) ten laste vanden lande gedragen(de) de selve/
rinte ten laste vand(en) lande dorpe voirs(creven) xiiii rinschguld(en)/
half erflijck en(de) half lijftochten Te voirde(r) want/
soe de voirs(creven) bedesett(er)s te kynne(n) gaven de selve
//
beke ten tijde vanden selven financie(n) en(de) dat meer/
was ten tijde den dorpe voirs(creven) de voirs(creven) quote/
van xiiii rinschguld(en) ov(er)bracht was buycvast/
sadt en(de) woenachtich was inden voirs(creven) dorpe en(de)/
was alsoe mits dien sculdich te contribue(re)n met/
en(de) gelijc hen soe sij sustineerden Voirts om seke(re) graviteyt/
den hee(re) van zichen(en) gedaen bij gemeyne(n) ov(er)draghe/
ind(er) kerken gepubliceert van xx rinschguld(en)/
voir sdorps porcie om dbescudde(n) vand(en) selve(n) en(de)/
dae(re)nbove(n) noch om vie(r) oft vive [div(er)se] beden d(aer) inne/
de selve joha(n)nes soe sij meynde(n) sculdich was/
te cont(ri)bue(re)n gelijck den ingeseten(en) ald(air) Gemerct/
al mocht hij te vo(r)en te love(n) en(de) zed(er) kersmisse/
lestleden eensdeels woe(n)achtich sijn geweest soe/
soude men nochtan bevi(n)den ter wairheit dat hij/
dair sijn bed bewint en(de) bedrijf met zijne(n)/
knape(n) en(de) peerden wercken(de) gehadt hadde en(de)/
der gemeynte(n) gebruyct soe hij te vo(r)en gedaen/
hadde Bij desen reden(en) sustineerde(n) zij dat/
beke tonrechte geimpetreert hadde der stad/
brieve(n) tegen hen ende doen ontslaen ende/
scutten tvervolch op zijn goede en(de) zijnen/
wynne die die bove(n) trasteme(n)t ae(n)veert/
hadde gedaen Dair tegen de voirs(creven) beke de co(n)tra(r)ie/
sustine(re)nde seyde dat hi niet geweygert en/
hadde te betalen(e) de bede vanden v(er)cochten/
rinte(n) voirs(creven) gelijck eene(n) ingeseten(e) van des(er)/
stadt van zijne(n) goeden alleene ond(er) houdert/
gelegen mair hadden hem gestelt ter beden/
van zijne(n) ande(re)n goeden elswair gelegen/
gelijck oft hij dair noch woe(n)achtich wa(r)e des/
alsoe niet en behoirde Insgelijcx vand(er) graviteyt/
alleen(e) vand(en) goeden hem toebehoiren(de) te houdert/
gelegen en(de) aengaen(de) den ande(re)n beden p(rese)nteerde hij/
soe v(er)re die geconsenteert wa(r)en voir en(de) eer hij te/
loven(e) quam woene(n) te co(n)tribue(re)n met hen nae advena(n)t/
van zijne(n) goeden te houd(er)t gelegen en(de) zeder zijne(n)/
v(er)trecke ald(air) als eene(en) ingeseten(e) vand(er) stad en(de)
//
hadde(n) hem de selve bedesett(er)s soe zee(r) v(er)last zijn ande(re) goede/
elswair gelegen d(air) ond(er) trecken(de) dat hij tdorp hadde moete(n)/
laten en(de) bij seke(re) t(er)mi(n)acie(n) van des(er) stad staen(de) ger(e)gistreert inde/
middel came(r) vand(er) daet febr(uarii) iii lestleden die hij exhibeerde/
Was bevonden dat zij sijn ande(re) goede ond(er) huer co(n)tribucie niet/
en behoirden te trecken(e) met meer woirden bij hem geallig(er)t/
namelijck dat zijn bewint niet lang(er) geduert en hadde/
dan tot halfmerte lestlede(n) en(de) van dier tijt voirt hadde hij d(air)/
eene(n) wy(n)ne gehadt Es get(er)mineert bijd(en) rade vand(er) stadt bliven(de)/
bijde voirt(er)mi(n)acie(n) dat de voirs(creven) beke gestaen sal va(n) zijne(n) goede(n)/
alleen(e) te houd(er)t gelegen bede ald(air) te betalen(e) tot halfm(er)te/
lestleden gelijck eene(n) ingeseten(e) vand(en) dorpe en(de) van/
halfm(er)te voirts vande(n) selve(n) goede(n) ald(air) gelegen gelijc eene(n)/
ingeseten(e) vand(er) stadt En(de) ae(n)gaen(de) den gefineerde(n) rinte(n)/
sal hij gehoude(n) sijn tot houd(er)t alleen(e) van zijne(n) goede(n)/
ald(air) gelegen bede te betalen(e) en(de) blive(n) betalen(de) gelijck/
eene(n) ingeseten(e) vanden dorpe Act(um) in (con)s(ili)[o] opidi/
augusti ix
Nagekeken doorMi-Je Van Gils
ModeratorMi-Je Van Gils
Laatste update:: 2018-07-16 door The Administrator