Vander questien die voir den raide vander stad come(n)/ es tusschen henricke den hollande(re) die ten versueke/ jans van oucle voir seke(re) gevo(n)niste scepen(en) brieven/ in hachten was ter eenre ende lijsbett(en) huysvr(ouwe) jans/ van oucle ter ande(r) zijden aldair de voirs(creven) henrick
//
sustineerde dat hij tonrechte was gehacht want hij/ alsoe hij seyde metten voirs(creven) janne overcome(n) was vand(er)/ geloften dair voe(r) hij gehacht was alse dat de selve/ jan de deselve gelufte doot ende te nyeute sijn soude/ doen ende dat hij hem vand(er) compositie(n) alleene alsoe/ sij overcome(n) wa(r)en soude nyeuwe vestich(eit) stellen ende/ dat hij achtervolgen(de) dien zijne(n) sweer dair voe(r) hadde/ gep(rese)nteert borghe te stellen(e) dair mede de voirs(creven)/ jan ende sijn huysvr(ouwe) te vreden hadden geweest/ Dair tegen de voirs(creven) vrouwe seyde dat in alsoe/ verre hij huer voldade achtervolgen(de) den overcomen(e)/ dat sij noch dair mede te vreden wesen woude/ te weten(e) dat hij huer stelde borchtocht dair mede/ sij te vreden wa(r)e alsoe de vorweerde inne hadde/ mair des voirs(creven) henr(icx) zweer en hadde niet voirde(r)/ willen verantweerden dan voir x r(ins)g(ulden) eens te betale(n)/ ende dovercomen was dat hij borchtocht stellen soude/ voir l r(ins)g(ulden) dair op sij bekinde gehadt te hebben(e)/ een pert voir x r(ins)g(ulden) ende noch vi r(ins)g(ulden) Des/ quamen huer dair tegen iiii r(ins)g(ulden) vande(n) coste(n) ende/ vanden surplus soe verre hij alsoe verborchde soude/ hij dach hebben van betalen(e) talle halve(n) ja(r)e x r(ins)g(ulden)/ des sij huer gedroech totten goeden ma(n)nen oic dair af/ te spreken wisten Ende want hij dit niet en hadde/ voldaen soe hadde sij hem voir tvoldoen van huer(er)/ yerster gelufte(n) doen hachte(n) sustine(re)nde dat sij dat te/ rechte hadde gedaen ende dat hij gehouden soude blive(n)/ totter tijt toe hj huer vanden eene(n) oft vanden ande(re)n/ hadde voldaen Dair teg(en) de voirs(creven) henr(ick) seyde dat/ hij huer gep(rese)nteert hadde hem ende sijn huysvr(ouwe) dair/ voe(r) te verbinden(e) dair mede de voirs(creven) vrouwe/ niet en hadde willen te vreden sijn ende tot dien dat/ sijn zweer betale(n) soude de x r(ins)g(ulden) te kersmisse/ vallen(de) sustine(re)nde dair mede te gestane Es get(er)mineert/ dat de voirs(creven) henrick gehoude(n) sal blive(n) totter tijt toe/ hij vanden scepen(en) brieven sal hebben voldaen
//
oft dat hij borchtocht gestelt sal hebben achtervolgen(de)/ den lesten overcomen(e) dair mede de voirs(creven) jan/ ende sijn huysvr(ouwe) dair te vreden sulle(n) moege(n) sijn/ Act(um) in (con)s(ili)[o] opidi p(rese)ntib[(us)] borch(oven) subst(itut)[o] buetsele/ burg(imagistr)[is] abs(oloens) vynck hove scabinis nove(m)br(is) ix