SAL7778, Akte: R°207.3-R°208.1 (413 van 812)
Akte R°207.3-R°208.1
Act
Datum: 1492-12-13
Transcriptie
2017-02-20 door Walter WinnelinckxItem om te verclee(re)n voe(r) den toecomen(de) tijt/
hoe en(de) in wat manie(re)n tvoirs(creven) vercoope(n)/
by voirgaen(de) overdrage en(de) consente vand(en) rade/
der voirs(creven) stadt geschiet is Soe is gelast/
bijden selven rade de cedille vand(en) vercoope(n)/
hier op geschiet te registre(re)n die alsoe hier/
nae volght int jair ons hee(re)n duysent/
vierhondert xcii jair in decembri den derden/
dach gemerct dat alle alsulke(n) land(en) als jan/
pynnock vand(en) groote(n) heylige(n) geest alnoch houden(de)/
es dair af de pachtinge(n) uuytgaen sal van
//
halfm(er)te naestcomen(de) ov(er) een jair En(de) dat de/ voirs(creven) jan oft zijn winne de land(en) in zijnen/ afscheyden(e) mach brake laten alsoe hij die/ antverde bedichtende hem de voirscr(even) mo(m)boe(re)n/ dat zij de voirs(creven) land(en) de pachtinge uuytzijnde/ niet zoe hoege en soud(en) co(n)nen uuytgegeve(n) als/ zij gegoed(en) hebben mits dat zij alle brake liggen/ sullen hebben en(de) zijn geweest de voirs(creven) mo(m)boirs/ vergadert opten voirs(creven) dach ind(en) roesen(en) hoet/ en(de) hebben d(aer)op v(er)gadert en(de) gebracht ofte yema(n)t/ dese voirs(creven) landen den voirs(creven) t(er)mijn uuytzijnde/ aenstaen soud(en) in erfpachte te nemen(e) dair op/ dat aert van hove borgem(eeste)r van loeven(en) geant/ weerdt en(de) geseet heeft int sluyten hij soud(er) voe(r)/ geven xvi m(ud)[d(en)] rox lov(ensch) goed(en) pacht rogge en(de)/ ind(en) heyl(igen)geest jairlijx en(de) erff(elike)r te leve(re)n op/ zijnen cost behoudelijc dat hij woonde inde/ stad vand(en) onderpande ter stont voe(r) de goedinge/ gedaen zijnde aflegge(n) met zijne(n) gered(en) penni(n)gen/ drie m(ud)[d(en)] rox oft mee(r) m(er) niet min en(de) geve(n)/ voe(r) elke m(ud)[de] xxii crone(n) en(de) voe(r) elc crone(n)/ xxv st(uvers) loepender mu(n)ten Ende tsurplus/ vand(en) rinte(n) dier op blive(n) soude die woude/ hij oic aflegge(n) m(et) ii m(ud)[d(en)] tsmaels tzijnen/ tschoenste ten voirs(creven) p(ri)se met condicien/ h(ier) inne ondersproke(n) dat de geene die derf/ pachtinge behoud(en) sal gehoud(en) sijn sal op te/ leggen(e) op te leggen(e) en(de) te betalen(e) alle/ costen in des(er) stucke(n) ged(aen) het zij vand(er)/ gelage(n) kercgeboed(en) en(de) vand(er) ordinan(cien) te/ beworpen(e) te scriven(e) en(de) des d(aer)aen cleeft/ sonder cost oft last vand(en) heyl(igen)geest dwelc/ bied(en) vand(en) voirs(creven) borgem(eeste)r in ald(er) manie(re)n/ en(de) vuege(n) gelijct h(ier) voe(r) v(er)redent is hebben/ de voirs(creven) mo(m)boirs den voirs(creven) borgemeest(er) de voirs(creven)/ comescap opgeslagen behoudelijc dat achtdage(n)/ soude open staen om des heyl(igen)geest goed(en) ten
//
hoechste te moege(n) bringe(n) en(de) datmen de voirs(creven)/ goeden zijn kercgeboed(en) soude doen geven binne(n)/ den voirscr(even) viii dage(n) op aventue(re) ofter yema(n)t/ quame binne(n) desen middele(n) tijde dier meer/ o(m)me geven woude dat hij de naeste zijn/ soude behoudelijck dat hij voldoen soude/ alle condicien en(de) voirtweerd(en) h(ier) voe(r) begrepen/ Ende datmen tsmaendaechs d(aer) nae een kersken/ berre(n) soude dwelc hed(en) is ind(en) roesen(en) hoet/ entussche(n) xii en(de) eene(n) ure(n) naeder noenen en(de)/ zoe wijt ten uuytga(n)ge vander berre(n)der kerssen/ bleve die soude de come(n)scap behoud(en) behoudelijc/ als voe(r) dat hij alle besproken(en) condicien en(de)/ voirwaerd(en) voldoen soud(e) moete(n) gelijc h(ier) voe(r)/ gescr(even) staet sonder arge(n)list Dese goed(en) machme(n)/ hoege(n) met ii hal(ster) rox erff(elike)r en(de) nietmi(n) ind(en)/ value(re)n als voe(r) Primo soe heeft jan py(n)nock/ een hooge(n) opgestelt van ii halst(er) rox erff(elike)/ d(aer) nae heeft aert van hoeve borgm(eeste)r van/ loeven noch een hooge(n) h(ier) op gestelt en(de)d es de/
laste hoogen(e) oic van ii halst(er) rox erff(elike)
//
halfm(er)te naestcomen(de) ov(er) een jair En(de) dat de/ voirs(creven) jan oft zijn winne de land(en) in zijnen/ afscheyden(e) mach brake laten alsoe hij die/ antverde bedichtende hem de voirscr(even) mo(m)boe(re)n/ dat zij de voirs(creven) land(en) de pachtinge uuytzijnde/ niet zoe hoege en soud(en) co(n)nen uuytgegeve(n) als/ zij gegoed(en) hebben mits dat zij alle brake liggen/ sullen hebben en(de) zijn geweest de voirs(creven) mo(m)boirs/ vergadert opten voirs(creven) dach ind(en) roesen(en) hoet/ en(de) hebben d(aer)op v(er)gadert en(de) gebracht ofte yema(n)t/ dese voirs(creven) landen den voirs(creven) t(er)mijn uuytzijnde/ aenstaen soud(en) in erfpachte te nemen(e) dair op/ dat aert van hove borgem(eeste)r van loeven(en) geant/ weerdt en(de) geseet heeft int sluyten hij soud(er) voe(r)/ geven xvi m(ud)[d(en)] rox lov(ensch) goed(en) pacht rogge en(de)/ ind(en) heyl(igen)geest jairlijx en(de) erff(elike)r te leve(re)n op/ zijnen cost behoudelijc dat hij woonde inde/ stad vand(en) onderpande ter stont voe(r) de goedinge/ gedaen zijnde aflegge(n) met zijne(n) gered(en) penni(n)gen/ drie m(ud)[d(en)] rox oft mee(r) m(er) niet min en(de) geve(n)/ voe(r) elke m(ud)[de] xxii crone(n) en(de) voe(r) elc crone(n)/ xxv st(uvers) loepender mu(n)ten Ende tsurplus/ vand(en) rinte(n) dier op blive(n) soude die woude/ hij oic aflegge(n) m(et) ii m(ud)[d(en)] tsmaels tzijnen/ tschoenste ten voirs(creven) p(ri)se met condicien/ h(ier) inne ondersproke(n) dat de geene die derf/ pachtinge behoud(en) sal gehoud(en) sijn sal op te/ leggen(e) op te leggen(e) en(de) te betalen(e) alle/ costen in des(er) stucke(n) ged(aen) het zij vand(er)/ gelage(n) kercgeboed(en) en(de) vand(er) ordinan(cien) te/ beworpen(e) te scriven(e) en(de) des d(aer)aen cleeft/ sonder cost oft last vand(en) heyl(igen)geest dwelc/ bied(en) vand(en) voirs(creven) borgem(eeste)r in ald(er) manie(re)n/ en(de) vuege(n) gelijct h(ier) voe(r) v(er)redent is hebben/ de voirs(creven) mo(m)boirs den voirs(creven) borgemeest(er) de voirs(creven)/ comescap opgeslagen behoudelijc dat achtdage(n)/ soude open staen om des heyl(igen)geest goed(en) ten
//
hoechste te moege(n) bringe(n) en(de) datmen de voirs(creven)/ goeden zijn kercgeboed(en) soude doen geven binne(n)/ den voirscr(even) viii dage(n) op aventue(re) ofter yema(n)t/ quame binne(n) desen middele(n) tijde dier meer/ o(m)me geven woude dat hij de naeste zijn/ soude behoudelijck dat hij voldoen soude/ alle condicien en(de) voirtweerd(en) h(ier) voe(r) begrepen/ Ende datmen tsmaendaechs d(aer) nae een kersken/ berre(n) soude dwelc hed(en) is ind(en) roesen(en) hoet/ entussche(n) xii en(de) eene(n) ure(n) naeder noenen en(de)/ zoe wijt ten uuytga(n)ge vander berre(n)der kerssen/ bleve die soude de come(n)scap behoud(en) behoudelijc/ als voe(r) dat hij alle besproken(en) condicien en(de)/ voirwaerd(en) voldoen soud(e) moete(n) gelijc h(ier) voe(r)/ gescr(even) staet sonder arge(n)list Dese goed(en) machme(n)/ hoege(n) met ii hal(ster) rox erff(elike)r en(de) nietmi(n) ind(en)/ value(re)n als voe(r) Primo soe heeft jan py(n)nock/ een hooge(n) opgestelt van ii halst(er) rox erff(elike)/ d(aer) nae heeft aert van hoeve borgm(eeste)r van/ loeven noch een hooge(n) h(ier) op gestelt en(de)
Nagekeken door: Jos Jonckheer
Moderator: Jos Jonckheer
Laatste update:: 2015-08-11 door Jos Jonckheer