Aldair geco(m)pareert zijn bijden rade vander stad/ jan vanden winckele geheeten ansuyn en(de) henrick/ appelman ter eenre en(de) denijs van langrode/ ter ande(r) zijden hebben de voirs(creven) jan ende henrick/ geseet hoe nae dien zij onlanx leden geco(m)mert/ hadden tpeert willems de creme(re) voir xxix peters/ xi(½) stuv(er)s de selve willem tvoirs(creven) peert op gelufte/ des voirs(creven) denijs als zijn borghe ontsloech Seyden/ voort dat zij dien navolgen(de) trecht hadden v(er)socht/ en(de) soe verre geprocedeert dat op hue(r) ve(r)ificatie/ de voirs(creven) schult aen gewesen was bege(re)nde voir/ hue(r) conclusie den voirs(creven) denijse onderwesen/ oft met rechte bedwongen te hebben dat hij/ hen soude contente(re)n Dair op de voirs(creven) denijs/ gehoort heeft genoech bekint al alsoe voirs(creven) is/ geschiet te sijne bege(re)nde alleene zijn verhael/ opte(n) voirs(creven) willem(me) den principalen es bijden voirs(creven)/
//
rade de voirs(creven) denijs gecondampneert inde voirs(creven)/ schult behalven en(de) hem gereserveert inde voirs(creven)/ zijn actie en(de) verhael opden voirs(creven) willem(me) de/ creme(re) Act(um) in (con)s(ili)[o] opidi julii ulti(m)a