SAL8110, Akte: R°256.5 (226 van 314)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°256.5  
Act

Transcriptie

2019-12-10 door Jules Audiens
It(em) gheert van hulsene en(de) jan van hulsene hebben [heeft] geloeft/
een voe(r) al van [dat sij dat hij van] hede(n) in viii dach dage(n) te mistide naistc(omende)/
jege(n) wille(m)me van duffle te loven(e) voe(r) meye(r) en(de) scepen(en) van/
loven(e) int recht te comen sulle(n) [sal] en(de) van dare niet [te] scheiden/
het en sij dat sij [hij en(de) elc van hen metten vors(creven) will(em)me] mett(en) rechte oft mett(er) mynne(n) gesleten/
sullen want [vand(er) saken dair af dat sij op hede(n) int recht jege(n) malcande(re)n geweest hebben] op ene(n) banduyn van i nob(el) tot ons(en)/
gened(igen) he(re)n behoef elc van hen te verbue(re)n key(noe)[ge] hug(ar)d(en)/
m(ar)tii v
Nagekeken doorKristiaan Magnus
ModeratorGreet Stevens
Laatste update:: 2012-09-03 door Sabrina Keyaerts