It(em) den voirs(creven) scoutbrief is bekint tot des(er) meyni(n)gen/ dat de voirs(creven) andries hem mette(n) selve(n) br(ieve) sal doen leiden tot/ alle(n) den goeden beide have en(de) erve des voirs(creven) henrix o(m)me d(aer) ane/ te v(er)reikene alsulke(n) xx hond(er)t en(de) xxv guld(en) rid(er)s alse de voirs(creven)/ andries den voirg(enoemde) henr(icke) voirtijde(n) gelee(n)t heeft ende oic hondert/ en(de) vijftich [xxv] gulden(en) rinssche [rijders] die de voirs(creven) henric annen va(n) voshe(m)/ sijne(n) wijve docht(er) des voirs(creven) andries ten tijde(n) als hijse te huwelike/ nam tot hue(re)r duwarie(n) geloeft hadde [heeft] te gheve(n) met sulker condicie(n)/ oft alsoe gebuerde dat de voirs(creven) henric nu t(er) tijt siec liggen(de) van/ des(er) sieckten alivich worde datme(n) dan t(er) stont nae doot des voirs(creven) henr(ix)/ den voirs(creven) andriese beide scoutbrief en(de) beleit geve(n) sal en(de) oft de selve he(n)ric/ te live bleve dat dan de selve br(ieve) ond(er) scepen(en) van loeve(n) sulle(n) blive(n) liggen(de)/ tot behoef als vore cor(am) eisd(em) dat sij beide te same(n) sulle(n) come(n) o(m)me/[de selve brieve te hebben(e) Welke brieve men hen beiden tsamen als dan gheve(n) sal niet wed(er)staende dat voirs(creven) steet cor(am) wijtfliet cap(elle)[ma(n)] maii iiii]/