It(em) lijsbet svos heeft ontset op eene(n) borge te dage en(de) / te rechte te come(n) alsulken ii(½) rijders als wout(er) / van heusdeni? wing(ar)de(re) ond(er)heeft d(er) selv(er) lijsbette(n) toebehoe(re)nde / de welke goert van keyxhem hadde doen besetten / d(aer) af es borge gielijs vande(n) hove fa(mu)[l(us)] op(idi) lov(aniensis) / Et p(rim)[(us)] cor(am) willem(air) hazenb(er)ge m(ar)tii xxvii /