It(em) want goert rabode geheten luyx beclaeght hadde henricken/ matthijs van herent voir l rijders d(er) mu(n)ten ons gened(ichs) h(ere)n/ ende op en saterdaghe lestleden dach van rechte hadde gelijc/ de selve goert op heden metten vorste(re) en(de) poirters gethoent/ heeft Soe is ter manissen smeyers gewijst dat de voirs(creven)/ goert den voirscr(even) henricken matthijs voir de voirscr(even) so(m)me/ verreyct sal hebben cor(am) absoloens borchove(n) opp(endorp) borchoven/ cokeroul zampssoen zande dec(embris) xxii vide(licet) die iovis