It(em) hebben voirt geloeft en(de) ten heilegen gesworen de voirs(creven) twee ierste/ p(er)soene(n) ... bij eede hen bij janne bone diene(re) ons gened(ichs) h(ere)n d(aer)toe/ ... so wanneer sij samentlic oft enich van hen besund(er)t vande(n) voirs(creven)
//
twee gesusteren aut alt(e)ri met brieve(n) vand(er) stad oft and(er)sins v(er)socht sulle(n)/ wordden o(m)me te voldoene dinhout vande(n) voirs(creven) scep(enen) brieve(n) dat sij soe/ vermaent oft versocht sijnde t(er) stont come(n) en(de) compareren sullen voe(r)/ tgerichte van loeven(en) en(de) voldoen tghene des sij inde selve brieve/ geloeft hebben oft rechts van dien ald(air) plegen sond(er) met enige/ vrijheid(en) brieve(n) oft rechte(n) van enige(n) ande(re)n steden hen d(air) tege(n) te/ behulpen(e) oft dier te gebruyken(e) in enig(er) manieren verthiende en(de)/ afgaende alle vrijheid(en) en(de) rechten die hen d(air) tegen enichsins bescudde(n)/ soude(n) moegen op tvoldoen d(er) lijfp(ensien) voirs(creven) Ende hebben voert geloeft en(de)/ opd(en) selve(n) eedt gesekert dat sij egheenrande brieve van beleidde/ oft ande(re) op huer goide spreken(de) en hebben nocht oic tghene eghene/ maken en sullen tot negheene(n) plaetsen die den selve(n) p(er)soenen/ letsel sijn mochten aende voirs(creven) lijfp(ensien) en(de) dat sij d(air) tegen ne(m)mermeer/ geweer sueken en sullen Mair d(air) af staen ten rechte van des(er)/ stad en(de) d(air) tegen met negheene(n) rechte and(er) ande(re)n rechte te/ behulpe(n) in enig(er) manieren cor(am) samps(oen) zande ap(ri)lis xix