Van alsulke(n) gescille als opv(er)staen en(de) v(er)resen is geweest tusschen/ janne cleinvrancken in deen zijde en(de) henricke vanden veere in/ dandre zijde alse vanden goeden der p(er)sonagen van kiesekem/ toebehoren(de) die de vors(creven) henric vanden vors(creven) janne in pechtingen ov(er)/ genomen heeft hebben hen de vors(creven) p(ar)tijen in beiden zijden d(aer) af/ gesubmitteert te weten de vors(creven) jan in ja(n)ne m(er)sels en(de) in gielise/ hanckart en(de) de vors(creven) henric in matheeuse colx en(de) ja(n)nesse/ de kempene(re) mesvercoep(er)e in sulke(n) vuegen dat de vors(creven) segge(re)n/ tierst vanden vors(creven) twiste geinformeert sijnde huer uutsprake d(aer) af/ eendrechtelic uutseggen sullen binnen viii dagen naestcomen(de) op/ dat sijs eens sijn Ende so v(er)re sij des niet [eens] en waren dat sij dan/ binnen dien tijde come(n) sullen voir scepen(en) van loven(en) met allen den/ besceide o(m)me bi(n)nen . d(aer) af te hebben een uutsprake va(n) rechte/ ten coste vanden ongelijke en(de) oft enig(er) p(ar)tijen segge(re) gebrake/ die hij indie stat wed(er)om eene(n) and(ere)n segge(r) sal moge(n) kiesen/ en(de) neme(n) p(ro)mitt(entes) rat(um) cor(am) col(onia) meersb(er)ge maii xi